Islamitische leraren: afstand nemen van Nederlandse waarden noodzakelijk
Een groeiende groep Nederlandse moslims ziet integreren in de samenleving als een bedreiging voor hun religieuze identiteit. Dit blijkt uit de uitspraken van de Utrechtse islamitische geschiedenisleraar Ibrahim Sbaa en theoloog Hamza Akkar. In recente sociale media-uitingen en podcasts zetten zij vraagtekens bij de aanpassing van moslims aan de Nederlandse samenleving.
Aanleiding voor de uitlatingen van Sbaa is de nieuwe ranglijst van de Sociale Verzekeringsbank met de populairste kindernamen in Nederland. Hij ziet hierin een zorgwekkende trend: traditionele islamitische namen als Mohammed en Musa verdwijnen naar de achtergrond, terwijl universele namen zoals Benjamin, Sara en Sofia steeds vaker worden gekozen. Voor Sbaa is dit een teken van "kruiperigheid" tegenover de Nederlandse samenleving.
“Moslimouders kiezen neutrale namen omdat ze bang zijn dat hun kinderen met een Arabische naam gediscrimineerd worden", zegt Sbaa in een video. “Maar zo leren we onze kinderen om niet trots te zijn op hun geloof en achtergrond.” Volgens de leraar ondermijnt dit de religieuze identiteit van moslimkinderen en is het een stap richting assimilatie.
Naast zorgen over integratie pleiten sommige moslims voor een radicalere oplossing: emigratie. Theoloog Hamza Akkar benoemt dit als een serieuze optie. In een eerdere verklaring bij de NOS gaf hij nog een neutrale uitleg over moslims die vertrekken naar landen als Marokko om daar een toekomst op te bouwen. “Ze kiezen voor een omgeving die beter aansluit bij hun religieuze waarden", aldus Akkar destijds.
In een podcast met Sbaa uit Akkar zich echter steviger. Hij stelt dat samenleven met ongelovigen gevaarlijk is. Hij haalt daarbij uitspraken van de profeet Mohammed aan, die moslims zou hebben gewaarschuwd zich niet te mengen met niet-gelovigen. “Wie dat doet, zal worden zoals zij", zegt Akkar. Hij roept moslims op om zich te distantiëren van de Nederlandse maatschappij om hun geloof te beschermen.
De uitspraken van Sbaa en Akkar onderstrepen een bredere trend binnen een deel van de moslimgemeenschap: het verlangen om afstand te nemen van de westerse samenleving. Vooral sinds de komst van een rechts kabinet en de toegenomen aandacht voor islamkritiek lijken deze gevoelens sterker te worden. Sommige moslims geven aan zich niet langer thuis te voelen in Nederland en overwegen te vertrekken naar islamitische landen waar ze zich meer geaccepteerd voelen.