Rechtszaak tegen Zweedse belastingdienst legt datahandel bloot

De privacyorganisatie noyb heeft een rechtszaak aangespannen tegen de Zweedse belastingdienst. Reden: het systematisch verkopen van persoonlijke gegevens van burgers aan commerciële partijen. Volgens noyb is dit in strijd met Europese wetgeving en een grove schending van het fundamentele recht op privacy.
Waar de belastingdiensten in de meeste Europese landen persoonsgegevens alleen intern gebruiken, hanteert Zweden een ander model. De Zweedse fiscus verkoopt gegevens als naam, geboortedatum, burgerservicenummer, inkomensgegevens en woningwaarde aan datahandelaren. Deze informatie wordt vervolgens online gezet, vaak zonder medeweten van de betrokken burgers.
Volgens noyb, de organisatie van de bekende privacyactivist Max Schrems, is dit een vorm van georganiseerde gegevenshandel die niet past binnen de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). "Het publiceren van belastingdata zodat iedereen het kan zien is duidelijk in strijd met het fundamentele recht op databescherming", stelt noyb-advocaat Joakim Söderberg.
De zaak kwam aan het rollen nadat een Zweedse burger had verzocht om zijn persoonsgegevens niet langer te verkopen. Het verzoek werd afgewezen. De fiscus beriep zich op de Zweedse grondwettelijke traditie van transparantie. Die stelt dat overheidsinformatie in principe openbaar is, tenzij anders bepaald.
Het hooggerechtshof van Zweden oordeelde onlangs nog dat persoonsgegevens vertrouwelijk moeten worden behandeld wanneer er risico is op misbruik of verwerking in strijd met de AVG. Toch blijft de belastingdienst volhouden dat het recht op openbaarheid zwaarder weegt.
Daarmee negeert de dienst volgens noyb niet alleen de Europese wetgeving, maar ook de eigen rechterlijke uitspraken. "Als ik belasting betaal, verwacht ik dat mijn gegevens worden gebruikt om mijn belastingzaken te regelen, niet om commerciële databedrijven te voeden", aldus Söderberg.