Kabinet: Brussel mag niet beslissen over onze euro en cash

Het kabinet wil dat Europese landen zelf mogen beslissen of en hoe ze de acceptatieplicht voor de digitale euro en contant geld handhaven. Dat blijkt uit een verslag van minister Eelco Heinen van Financiën aan de Tweede Kamer.
In Brussel wordt al maanden gesproken over de komst van een digitale euro. De Europese Commissie stelde vorig jaar voor dat winkels verplicht worden om die digitale munt te accepteren, met enkele uitzonderingen. Tegelijk blijft ook contant geld een belangrijk betaalmiddel.
Tijdens recente vergaderingen van de Eurogroep en de Ecofinraad, waarin Europese ministers van Financiën samenkomen, is de digitale euro opnieuw besproken. Meerdere landen steunen de plannen en de Europese Centrale Bank (ECB) dringt aan op vaart. Onder het Poolse EU-voorzitterschap wordt verder onderhandeld. Minister Heinen is voorzichtig. Hij vindt dat een acceptatieplicht voor zowel contant geld als de digitale euro proportioneel en uitvoerbaar moet zijn. Maar, benadrukt hij, het is uiteindelijk aan de afzonderlijke EU-landen om te bepalen hoe streng zij die plicht handhaven.
Dat standpunt raakt een gevoelige snaar. In de Raad is er namelijk nog volop discussie over de uitzonderingen voor contant geld. Veel burgers zien contant geld als een symbool van vrijheid en privacy. Tegelijkertijd worstelt Europa met digitalisering en de opkomst van nieuwe betaalmethoden, die ook zorgen oproepen over controle en toezicht.
De Europese Centrale Bank wil niet te lang wachten. Volgens de ECB moet Europa nu stappen zetten om een digitale munt te ontwikkelen. Die munt zou niet alleen modernisering moeten brengen, maar ook Europese soevereiniteit moeten versterken tegenover buitenlandse betaalgiganten.
Het kabinet steunt de ontwikkeling van een digitale euro in principe, maar waarschuwt dat de invoering zorgvuldig moet gebeuren. In Nederland is er, net als in andere landen, bezorgdheid over de gevolgen voor privacy, vrijheid en de positie van contant geld in de samenleving.