Erasmus Universiteit bevriest samenwerking met Israëlische universiteiten

De Erasmus Universiteit in Rotterdam verbreekt voorlopig alle institutionele banden met drie Israëlische universiteiten. Het gaat om Bar-Ilan University, Hebrew University en University of Haifa. De samenwerking wordt bevroren vanwege zorgen over mensenrechtenschendingen en militaire betrokkenheid.
De universiteit volgt hiermee het advies op van de onafhankelijke Adviescommissie Gevoelige Samenwerkingsverbanden. Die sprak zich vorige week kritisch uit over de drie instellingen. Volgens het rapport onderhouden de universiteiten nauwe relaties met het Israëlische leger. Ze bieden speciale programma’s aan voor militairen en veteranen en ondersteunen onderzoek ten behoeve van grensbewaking bij Gaza.
Vooral de Hebrew University in Jeruzalem wordt genoemd als partner in militaire opleidingen, waaronder trainingen op het gebied van militaire technologie. Ook zouden sommige archeologische projecten, zoals opgravingen in bezet gebied, in strijd zijn met internationale rechten van Palestijnen. De commissie noemt het onderzoek naar de Dode Zeerollen een politiek gevoelig dossier.
Het college van bestuur van de Erasmus Universiteit stelt dat "het risico dat wij nu indirect betrokken worden bij mensenrechtenschendingen te hoog is". Daarom worden uitwisselingsprogramma’s stilgelegd en komen er geen nieuwe gezamenlijke onderzoeksprojecten bij. Voorlopig blijft wetenschappelijke samenwerking op individueel niveau – zoals gezamenlijke publicaties – nog wel toegestaan.
Bestuursvoorzitter Annelien Bredenoord benadrukt tegenover het AD dat het bestuur oog heeft voor de spanningen op de campus. "We zien dat studenten en medewerkers, zowel met een Joodse/Israëlische achtergrond als vanuit de Pro-Palestina beweging, zich soms niet meer veilig voelen om zich uit te spreken. Dat raakt ons diep", aldus Bredenoord. Ze roept op tot "wederzijds respect" en hoopt dat er ruimte blijft voor dialoog.