Miljoenenbeslag na geheime asieldeal in Bussum: vastgoedconflict tussen ondernemer en prins Bernhard jr.

In Bussum is een vastgoedconflict ontstaan tussen ondernemer Hans van der Eijk en vastgoedbedrijf Pinnacle, waarin onder meer prins Bernhard junior actief is. De aanleiding: de verkoop van een stuk grond vlak vóór de bekendmaking van een grote vluchtelingenopvang op het aangrenzende terrein. Pinnacle legde inmiddels voor miljoenen beslag op eigendommen van Van der Eijk, meldt NH Nieuws.
Begin dit jaar verkocht Van der Eijk een perceel van ruim 8.300 vierkante meter aan de Franse Kampweg in Bussum aan Pinnacle voor 5,65 miljoen euro. Acht dagen na de verkoop werd openbaar dat er pal naast dat terrein een opvanglocatie zou komen voor 300 vluchtelingen. De plannen lagen al sinds december op tafel, maar stonden onder embargo. Ook Van der Eijk was volgens gemeentelijke documenten op de hoogte, maar mocht daarover met niemand spreken.
Of Pinnacle, de koper, ook wist van het aanstaande asielplan, is onduidelijk. NH Nieuws probeerde zowel Van der Eijk als Pinnacle telefonisch te bereiken, maar kreeg geen reactie. Slechts vier dagen nadat het nieuws over de opvang naar buiten kwam, liet Pinnacle conservatoir beslag leggen op meerdere eigendommen van Van der Eijk. Volgens het Kadaster gaat het om gebouwen, grond en zelfs zijn woonhuis – dat te koop staat voor bijna vijf miljoen euro.
Conservatoir beslag is een juridisch middel om te voorkomen dat een partij eigendommen verkoopt voordat er een rechterlijke uitspraak is. De maatregel wordt doorgaans goedgekeurd als er voldoende onderbouwing is.
Komende woensdag doet de rechter uitspraak in de zaak. Volgens Ton Jongbloed, hoogleraar beslag- en executierecht aan de Universiteit Utrecht, lijkt het erop dat Pinnacle wil afzien van de koop of een schadevergoeding eist. “Als kort na de koop de situatie ingrijpend verandert, zoals met een asielplan naast je perceel, dan kan de koper proberen van het contract af te komen,” aldus Jongbloed. Hij benadrukt dat zo’n beslag niet zomaar mag worden opgelegd. “Er moet een degelijke onderbouwing zijn.”