Bangmakerij met cijfers: waarom NRC’s stikstofverhaal niet klopt

Een explosie van koeien, kippen en varkens. Dat beeld schetste NRC onlangs in een groot artikel over de nieuwe stikstofrekenregels, waarvoor talloze boerengegevens op straat kwamen te liggen. “Miljoenen dieren erbij”, stond er bovenaan. Volgens het onderzoek zou de veestapel bijna kunnen verdubbelen als de zogeheten ‘rekenkundige ondergrens’ (RKO) wordt verhoogd. Maar deskundigen noemen het een misleidend scenario.
De nieuwe grens is volgens hen geen versoepeling, maar een correctie van een fout rekenmodel. “Het NRC zaait verwarring,” schrijft ingenieur Wouter de Heij, die al jaren stikstofberekeningen analyseert, in een uitgebreid artikel. “Het is geen vrijbrief om meer uit te stoten. Het is gewoon beter rekenen.”
De kern van de discussie: wat is die ‘RKO’?
De rekenkundige ondergrens bepaalt hoeveel stikstofuitstoot in een model wordt meegeteld. Nu ligt die grens extreem laag: op 0,005 mol per hectare per jaar. Dat is zo weinig, zegt De Heij, “dat het model doet alsof je een zandkorrel op het strand kunt wegen.”
Minister Femke Wiersma (BBB) wil die grens verhogen naar 0,5 mol. Dat is honderd keer hoger, maar volgens wetenschappers eerlijker. Het huidige model, AERIUS, rekent namelijk met cijfers die ver onder de meetnauwkeurigheid liggen. “Dat is schijnprecisie,” zegt hoogleraar Arthur Petersen (University College London). “Je kunt niet betrouwbaar toerekenen wat onder de ruis verdwijnt.”
De verhoging is dus geen politiek trucje, maar een technische correctie. Toch presenteerde NRC de maatregel alsof de overheid “alle remmen losgooit”, aldus De Heij.
‘Miljoenen dieren erbij’? Onzin, zeggen experts
Volgens NRC zou meer dan de helft van de boeren hun bedrijf kunnen uitbreiden zonder vergunning. De krant rekende dat dit gelijkstaat aan 3,2 miljoen extra melkkoeien. Maar dat cijfer houdt geen rekening met de werkelijkheid.
“De veestapel mág helemaal niet groeien,” legt De Heij uit. “We hebben harde dierrechten, fosfaatrechten, mestwetgeving en Europese emissieplafonds. Die blijven gewoon gelden.” Ook het Planbureau voor de Leefomgeving en het ministerie van Landbouw wijzen erop dat uitbreiding “niet in de lijn der verwachtingen ligt”.
De Heij noemt het NRC-scenario “een spreadsheetfantasie”. In de praktijk zijn er juist minder boeren en minder dieren dan tien jaar geleden. Volgens CBS daalde het aantal varkens en kippen, en bleef de melkveestapel stabiel tot licht krimpend. “Je kunt wel in Excel miljarden kilo’s stikstof optellen,” zegt hij, “maar dat maakt de cijfers nog niet waar.”
De RKO is geen vrijbrief
De verhoging van de ondergrens verandert niets aan de totale stikstofplafonds. Nederland blijft gebonden aan Europese regels zoals het NEC-plafond voor ammoniak. Ook de Habitatrichtlijn blijft gelden: elke activiteit die de natuur significant schaadt, blijft verboden.
De nieuwe grens gaat alleen over modelnauwkeurigheid. Als de berekende bijdrage van een bedrijf zo klein is dat het model die niet betrouwbaar kan meten, wordt die niet langer als “feit” gepresenteerd. “Dat heet rekenhygiëne,” zegt De Heij. “Niet versoepeling.”
De essentie is: afronden naar realistische cijfers, zodat het model niet preciezer lijkt dan het is. Dat voorkomt juridische fouten en onnodige stilstand van projecten.
De echte fout: verwarring tussen model en werkelijkheid
Volgens De Heij maakt NRC de klassieke fout: het verwart modeluitkomsten met echte emissies. De krant berekende wat er zou gebeuren als elk bedrijf zijn uitstoot zou “ophogen tot de rekengrens” – en dat optelde over het hele land.
Maar in werkelijkheid werkt het zo niet. Boeren kunnen niet zomaar extra dieren houden. Ze zitten vast aan hun rechten, aan mestverwerking, financiering, afroming bij overdracht, en controle van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). “Het NRC drukt op één knop en negeert de rest,” zegt De Heij. “Zo kun je alles laten ontsporen op papier.”
Schijnprecisie: de achilleshiel van het stikstofbeleid
Het stikstofbeleid leunt zwaar op het model AERIUS, dat berekent hoeveel stikstof neerdaalt op natuurgebieden. Maar het model is niet bedoeld om individuele bedrijven op de gram nauwkeurig te beoordelen.
Het weer, de bodem, het voer, de mestkwaliteit – alles beïnvloedt de uitkomst. “Dat maakt berekeningen op drie cijfers achter de komma zinloos,” zegt De Heij. “We doen alsof we exact weten waar elke molecule neerslaat, terwijl dat wetenschappelijk onmogelijk is.”
Zelfs de hoogleraar die NRC aanhaalt, Arthur Petersen, steunt de verhoging van de grens. “Rekenen met de huidige drempel is wetenschappelijk onverdedigbaar,” zei hij eerder. “Afronden is onontkoombaar.”
Daarnaast maakt een recent stikstofrapport, dat naar de Tweede Kamer is gestuurd, ook korte metten met de Kritische Depositiewaarde (KDW). Hoogleraar Ronald Meester constateert hierin dat het hele stelsel van modellen en rekenwaarden waarop de overheid haar natuur- en vergunningenbeleid baseert, wetenschappelijk niet houdbaar is


















































