Zorgen om groeiend politienetwerk van particuliere camera’s

De Nederlandse politie beschikt inmiddels over een netwerk van bijna 339.000 particuliere camera’s op ruim 74.000 locaties. Via de database Camera in Beeld kan de politie zien waar beveiligingscamera’s hangen en in welke richting ze filmen. Dat lijkt handig bij het oplossen van misdrijven, maar volgens Privacy First ontstaat er een gevaarlijke vorm van massasurveillance zonder wettelijke basis.
Het systeem Camera in Beeld werd ooit gepresenteerd als een slim hulpmiddel om sneller bewijs te vinden bij misdrijven. Bedrijven, gemeenten en burgers kunnen hun beveiligingscamera vrijwillig aanmelden bij de politie. Bij een inbraak of straatroof kan een rechercheur dan in de database zien waar camera’s hangen en de eigenaar benaderen om beelden op te vragen.
De politie kijkt dus niet live mee, benadrukt de woordvoerder steevast, maar vordert de beelden achteraf. Toch roept juist dat “niet-meekijken-maar-wel-weten” veel vragen op bij privacydeskundigen.
“Het gemak waarmee een particulier te enthousiast de openbare ruimte kan filmen, is enorm. En dat terwijl, wanneer de gemeente of politie zelf wil filmen, er terecht strenge voorwaarden gelden,” stelt Privacy First in een persverklaring.
Strenge regels voor overheid, nauwelijks toezicht op burgers
Wie als gemeente of politie camera’s ophangt, moet aan strikte regels voldoen: de noodzaak moet worden aangetoond, de omgeving moet worden geïnformeerd, en er mag alleen worden gefilmd als er geen alternatief bestaat. Ook moet er sprake zijn van concrete overlast of criminaliteit.
Voor particulieren gelden in theorie vergelijkbare regels, maar in de praktijk worden die zelden nageleefd of gecontroleerd. Veel huiseigenaren filmen niet alleen hun oprit, maar ook de stoep of zelfs de straat — zonder dat voorbijgangers dat weten.
“Voorbijgangers weten daardoor niet dat ze worden gefilmd en op wat voor manier,” aldus Privacy First. “Ook is het onduidelijk of burgers zich aan de regels houden. Camerabeelden mogen niet te lang worden bewaard en er mag alleen worden gefilmd als dat echt niet anders kan.”
De politie heeft onlangs zelf een dataset van Camera in Beeld openbaar gemaakt. Daaruit blijkt volgens de stichting dat lang niet iedereen zich aan de privacywet houdt.
Van hulpbron naar surveillance-infrastructuur
De privacystichting waarschuwt dat de politie door Camera in Beeld in feite gebruikmaakt van particuliere camera’s om de openbare ruimte te monitoren, zonder dat daarvoor dezelfde wettelijke waarborgen gelden als bij overheidscamera’s.
“De politie maakt handig gebruik van een grijs gebied: zij filmt immers niet zelf, maar weet precies waar particuliere camera’s hangen en hoe ze beelden kan opvragen. Zo wordt een publieke taak – toezicht houden in de openbare ruimte – uitbesteed aan particulieren, zonder de waarborgen die normaal gelden,” aldus Privacy First.
Het resultaat is volgens de organisatie een vorm van onzichtbare surveillance. Burgers worden mogelijk continu gefilmd, zonder te weten door wie, hoe lang en met welk doel.
Beelden zwerven rond op internet
Privacy First zegt geregeld te zien dat opnames van particuliere camera’s zonder toestemming online worden gedeeld, bijvoorbeeld in buurtapps of op sociale media. Dat is in strijd met de wet, maar komt volgens de stichting steeds vaker voor.
“Hoe langer beelden bewaard worden en hoe meer er wordt vastgelegd, hoe groter de kans dat er bij een misdrijf bruikbare beelden zijn,” erkent Privacy First. “Maar dat komt de politie goed uit, terwijl het voor burgers betekent dat hun privacy verdwijnt.” Het probleem, zegt de stichting, is dat niemand meer precies weet waar de grens ligt tussen veiligheid en surveillance.























































