Kinderboerderij als inburgering: dat is geen integratie

Nederland kraakt aan alle kanten. De woningmarkt, de zorg, het onderwijs, de infrastructuur, onze veiligheid: alles staat onder immense druk. Desondanks pompen we jaarlijks vele miljoenen in inburgeringscursussen voor statushouders die veelal zo ridicuul zijn dat ze eerder lijken op een satirisch tv-programma dan op serieus beleid. Veel asielzoekers die hier mogen blijven, krijgen namelijk geen stevige taallessen en voorbereiding op het verkrijgen van werk. Nee, ze knutselen en maken uitstapjes naar de kinderboerderij. Het zijn letterlijk kinderopvangactiviteiten, op het niveau van 2- en 3-jarigen dus. Dat is geen integratie, maar desintegratie.
Laat ik het helder stellen: inburgering hoort voor statushouders geen vrijblijvende bezigheidstherapie te zijn, maar een stevige plicht. In plaats daarvan zien we een overheid die de lat bewust veel te laag legt. Het nieuwe inburgeringsbeleid, dat enkele jaren geleden werd ingevoerd, moest zorgen voor betere integratie. Het resultaat? Een ongekende groei van het aantal statushouders dat terechtkomt in de zogeheten ‘zelfredzaamheidsroute’. Oftewel: het absolute minimum. Taalniveau? Niet vereist. Examen? Hoeft niet.