Europese autosector kraakt onder Brusselse klimaatdruk: tienduizenden banen verdwijnen

De Europese klimaatplannen eisen hun tol. In hoog tempo verdwijnen duizenden banen in de auto-industrie. De gedwongen overstap naar elektrische voertuigen – zonder vangnet of overgangsplan – zet fabrikanten onder druk en leidt tot massaontslagen. Meer dan 40.000 banen dreigen te verdwijnen voor het einde van dit decennium, meldt persbureau Reuters. Vakbonden slaan alarm: “Het ergste moet nog komen.”
De Europese Commissie, onder leiding van Ursula von der Leyen, voert stevig klimaatbeleid. Fossiele brandstoffen moeten wijken, elektrisch rijden is het doel. Maar de aanpak is hard, zeggen critici. De overgang komt te snel, de ondersteuning is minimaal en de gevolgen zijn ingrijpend. Bedrijven sluiten vestigingen, herstructureren of snijden diep in hun personeelsbestand.
Brussel stelt dat elektrische auto’s minder onderdelen nodig hebben, dus ook minder personeel. Maar volgens zowel vakbonden als industrie ligt het probleem dieper. De verkoop blijft achter, laadpalen zijn schaars en de prijzen van EV’s zijn hoog. Daarbovenop komt de concurrentie uit China én nieuwe Amerikaanse importheffingen van 25 procent. De Europese industrie zit klem.
Duitsland zwaarst getroffen, Spanje volgt op afstand
Duitsland is het hart van de Europese auto-industrie – en daar vallen ook de hardste klappen. Audi (Volkswagen) schrapt 7.500 banen, vooral in ondersteunende functies.
Bosch, wereldleider in onderdelen, schrapt 5.500 banen – waarvan 3.000 in Duitsland.
Ford haalt de bezem door zijn Duitse activiteiten en ontslaat 4.000 mensen. De productie in Valencia blijft voorlopig gespaard.
In Spanje blijft de schade tot nu toe beperkt, maar de eerste signalen zijn duidelijk. Bridgestone laat 420 medewerkers vertrekken bij fabrieken in Baskenland en Cantabrië. Stellantis Vigo heeft een ontslagronde aangekondigd voor vijftig mensen. Forvia, actief in Ourense, snijdt 25 banen weg.
Ook Nissan zit in zwaar weer. De Japanners plannen wereldwijd een sanering van 20.000 banen. Na het sluiten van hun fabriek in Barcelona in 2021 zijn nu ook de vestigingen in Ávila en Cantabrië in gevaar. In Europa wil Nissan zijn productiecapaciteit met dertig procent verminderen, met uitzondering van China.
Noord-Europa in onzekerheid
Ook in het noorden van Europa klinkt alarm. Volvo Cars, inmiddels eigendom van het Chinese Geely, ontslaat 3.000 mensen in Zweden. Dat is 15 procent van het kantoorpersoneel. Northvolt, ooit gezien als de Europese hoop in de batterijsector, ontslaat 1.600 medewerkers. De verkoop keldert en het verlies loopt op tot boven de 1 miljard euro.
De zorgen gaan verder dan alleen banenverlies. Steeds meer bedrijven, experts en politici waarschuwen voor industriële afhankelijkheid van China. Waar Europa afbouwt, bouwt China op – en dat tegen lagere kosten. Terwijl Europese bedrijven worstelen met regels, klimaatdoelen en kostbare reorganisaties, rukken Chinese merken op met goedkope, elektrische modellen.
De autosector was decennialang een ruggengraat van de Europese economie. Die sector kraakt nu onder het gewicht van klimaatdoelen die sneller worden opgelegd dan ze haalbaar zijn. Volgens de huidige schattingen zijn er al 36.000 banen verdwenen, en dat aantal nadert rap de 40.000. En dat is nog zonder de aangekondigde ontslagrondes bij Nissan en andere partijen. Brussel stuurt aan op vergroening, maar de vraag blijft: tegen welke prijs?