De grootste gruweldaden van het Iraanse ayatollah-regime

Sinds de islamitische revolutie van 1979 wordt Iran geregeerd door een theocratisch regime dat zich structureel schuldig maakt aan mensenrechtenschendingen. Executies, censuur, vrouwenonderdrukking, religieuze vervolging, onderdrukking van protesten en zelfs moordaanslagen in het buitenland vormen de rode draad door het beleid van de Islamitische Republiek.
In 1979 werd ayatollah Ruhollah Khomeini de nieuwe leider van Iran, nadat de sjah uit de gratie was gevallen bij de Iraanse bevolking. Na de machtsovername volgde een periode van politieke terreur. Revolutierechtbanken spraken razendsnel doodvonnissen uit. Alleen al in de eerste maanden na de revolutie werden meer dan 200 voormalige functionarissen van de sjah geëxecuteerd, onder wie vier generaals en ex-premier Hoveyda. Niet alleen het oude regime werd uitgeschakeld, ook seculiere en linkse bondgenoten van de revolutie, zoals leden van de Mojahedin-e Khalq (MEK), werden massaal gearresteerd of geëxecuteerd.