DENK en PvdA/GL willen ticketgeld en vrije dag voor nazaten slavernij

Twee moties van onder meer DENK en PvdA/GroenLinks over het slavernijverleden zijn deze week weggestemd in de Tweede Kamer. De eerste motie riep het kabinet op om van 1 juli (Keti Koti) een nationale feestdag te maken. De tweede motie vroeg om een regeling waarmee mensen met lage inkomens financieel ondersteund kunnen worden bij vliegtickets voor uitvaarten in het Caribisch gebied of Suriname als zij afstammen van 'tot slaaf gemaakten'.
De eerste motie wilde van 1 juli, Keti Koti, een officiële nationale feestdag maken. Volgens de indieners is die dag ‘van groot belang voor veel mensen in Suriname, in de Caribische delen van het Koninkrijk en in Europees Nederland’. Op overheidswebsites wordt Keti Koti al ‘nationale herdenking’ genoemd, maar het heeft nog geen feestdagstatus. De motie riep de regering op ‘zich in te zetten om van 1 juli een nationale feestdag te maken’ en om ‘sociale partners aan te moedigen afspraken te maken zodat werknemers die dat wensen deze dag vrij kunnen nemen’. Het voorstel kreeg onvoldoende steun en werd verworpen.
Plan voor gesubsidieerde vliegtickets sneuvelt ook
Ook een tweede motie werd weggestemd. Die motie stelde dat veel families van voormalige slaafgemaakten leden hebben in zowel Nederland, Suriname als het Caribisch gebied. Het reizen tussen die gebieden voor bijvoorbeeld huwelijken of begrafenissen zou volgens de indieners ‘voor mensen met lage inkomens vaak een forse belemmering’ zijn.
De Kamer werd daarom gevraagd te onderzoeken ‘of en hoe een regeling opgezet kan worden om mensen voor wie de hoogte van ticketprijzen een belemmering is om uitvaarten te kunnen bezoeken, financieel kunnen worden ondersteund’. Maar ook dit voorstel kreeg niet de handen op elkaar.
Eerdere motie tegen herstelbetalingen kreeg wél meerderheid
De afwijzing van deze twee symbolische voorstellen past in een bredere Kamerlijn. In oktober 2024 diende JA21-leider Joost Eerdmans een motie in tegen herstelbetalingen voor het slavernijverleden. Die motie werd wél aangenomen.
Daarin stond onder meer: ‘Constaterende dat niet herleidbaar is aan welk slachtoffer betaald moet worden; constaterende dat niemand die schade heeft geleden van de trans-Atlantische slavenhandel meer in leven is; verzoekt de regering niet over te gaan tot herstelbetalingen voor de trans-Atlantische slavenhandel.’