Halsema haalt uit naar Yesilgöz: ‘Ondermijning van de rechtshandhaving’

Na de gewelddadige Jodenjacht in Amsterdam na de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv kwam burgemeester Femke Halsema niet alleen onder vuur te liggen, maar deelde ze zelf ook flinke klappen uit, richting de landelijke politiek. In interne berichten gaf ze VVD-leider Dilan Yesilgöz en andere politici de schuld van ‘ondermijning van de rechtshandhaving’. De interne communicatie, die is vrijgegeven via een woo-verzoek van De Telegraaf, werpt een onthullend licht op haar frustratie, twijfels en strategie.
Tijdens de nacht van de aanval op Israëlische supporters stuurde Halsema een verontrustend bericht: ‘Ik hoor ook enorme knallen in de buurt en ben inmiddels behoorlijk ongerust.’ Ze sprak van ‘stevige hit-and-run-incidenten’ waarbij Joodse fans werden belaagd door ‘taxichauffeurs en scooterjongeren’.
De volgende dagen groeide de spanning in de hoofdstad. Terwijl Halsema gesprekken voerde met zowel de Joodse als Marokkaanse gemeenschap, uitte ze binnenskamers harde kritiek op de landelijke politiek. In een appgroep met de politiechef en de hoofdofficier van justitie schreef ze: ‘De ondermijning van de rechtshandhaving bereikt hier wel zijn kritische grens.’
Die uitspraak kwam nadat ze een bericht zag van Nourdeen Wildeman, die op sociale media kritiek had op Yesilgöz. De VVD-leider had felle woorden gebruikt na een pro-Palestijns protest op de Dam, terwijl er een demonstratieverbod gold. ‘En dan je afvragen waarom mensen vertrouwen in de overheid verliezen. In hemelsnaam’, schreef Yesilgöz bij beelden van passieve agenten.
Frustratie over Haagse druk
De frustratie bij Halsema liep verder op. In contact met minister Van Weel liet ze weten: ‘De politie-operatie kan niet telkens doorkruist worden door politieke schreeuwers.’ Ook zei ze: ‘Ik word in toenemende mate gedwongen om de adviezen van politiespecialisten naast me neer te leggen vanwege politieke druk en dat is ondoenlijk.’
Dat de kritiek op haar beleid breed werd gedeeld, leidde tot irritatie. Ze voelde zich niet gesteund, zoals eerder al tijdens het BLM-protest in coronatijd. In een intern bericht schreef ze later: ‘Sommige woorden die ik heb gebruikt zijn door Haagse politici gebruikt als stok om anderen mee te slaan. Dat betreur ik zeer.’
Spijt en strategie
Uiteindelijk besloot Halsema haar toon te matigen. In een communicatieplan werd het gebruik van het woord ‘pogrom’ expliciet betreurd. ‘Spijt woord pogrom’ stond zelfs als bulletpoint genoteerd.
Volgens haar team probeerden Haagse partijen verdeeldheid te zaaien. Het frame dat werd afgezet, was volgens hen dat van ‘angstige en onbeschermde Joden versus een woeste losgezongen menigte Marokkanen’. Het antwoord daarop moest ‘moreel leiderschap’ zijn, met ‘bluswater in plaats van olie’.