Directeur Slavernijmuseum blijkt zélf afstammeling van slavenhouders

John Leerdam, voormalig PvdA-Kamerlid en nu directeur van het toekomstige Nationaal Slavernijmuseum, heeft onlangs een opmerkelijke ontdekking gedaan. Tijdens onderzoek naar zijn familiegeschiedenis kwam hij erachter dat zijn eigen voorouders tot de groep plantage-eigenaren behoorden. “Mijn vaders familie is zwart, en mijn moeders familie is deels wit. Ik kwam erachter dat mijn overgrootouders plantage-eigenaren waren,” vertelde hij openhartig in een interview op NPO Radio 1.
Leerdam staat al jaren bekend als voorvechter van aandacht voor het slavernijverleden. Zijn recente ontdekking werpt een nieuw licht op die rol. Waar hij zich eerder vooral positioneerde als stem van de nazaten van tot slaaf gemaakten, blijkt hij zelf ook af te stammen van mensen die de slavernij in stand hielden. Hij noemt het zelf “een moment van introspectie” en zegt dat het hem “nederig en bescheiden” maakt.
Toch blijft Leerdam onverminderd doorwerken aan zijn missie: de opening van een slavernijmuseum in 2030. Dat moet, aldus Leerdam, een plek worden “waar iedereen zich bij betrokken voelt.” Het museum krijgt de opdracht om het slavernijverleden op een inclusieve manier te vertellen.
Complexe geschiedenis
De ontdekking van Leerdams eigen familielijn laat zien dat de slavernijgeschiedenis geen eenvoudig verhaal is van dader en slachtoffer. Ook binnen families van kleur blijkt het verleden niet altijd eenduidig. Plantagebezit, slavernij en macht waren lang niet altijd exclusief voorbehouden aan witte Europeanen. Leerdams moeders familie, deels wit, blijkt direct betrokken te zijn geweest bij de slavernijpraktijken op het Caribische eiland Saint Kitts en Nevis.
Eerder werd Leerdam al betrapt op nepnieuws over het Nederlandse slavernijverleden. In een interview met Nieuwsuur beweerde hij namelijk ten onrechte dat de VOC vroeger slaven verscheepte. De VOC had alleen transportschepen die goederen en mensen vervoerden van en naar Azië, maar geen slaven.