Steeds meer Nederlandse gezinnen raken dakloos en vinden geen opvangplek

Steeds meer gezinnen in Nederland raken dakloos en vinden geen opvangplek. Uit cijfers van grote steden blijkt dat de opvanglocaties al tijden overvol zijn. Gemeenten moeten daarom steeds vaker hotelkamers huren om kinderen en ouders onder te brengen, meldt de NOS.
In Den Haag vroegen vorig jaar 860 gezinnen om hulp. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van een jaar eerder. Wethouder Mariëlle Vavier ziet vooral een nieuwe groep toenemen. “We zien voornamelijk een groei in economisch dakloze gezinnen. Gezinnen die geen schulden hebben, maar alleen geen betaalbare woning kunnen vinden.”
De gemeente wist 225 gezinnen op te vangen in bestaande locaties. Voor de rest werden hotelkamers ingezet, grotendeels betaald door de gemeente. De kosten daarvan liepen op tot bijna 8 miljoen euro, ruim twee keer zoveel als in 2023. Voor dit jaar wordt al gerekend op meer dan 10 miljoen euro. Vavier benadrukt: “Wij hanteren op dit moment: geen kind op straat. Dus we onderzoeken altijd mogelijkheden om een kind wel onderdak te bieden.”
Ook in Utrecht zijn de opvangmogelijkheden beperkt. Achttien gezinnen staan er op een wachtlijst, die gemiddeld drie tot zes maanden duurt. In die periode wonen zij vaak bij vrienden of familie. Zo moest de 30-jarige Daisy met haar kinderen maandenlang bij haar moeder verblijven voordat ze terechtkon in de gezinsopvang van De Tussenvoorziening in IJsselstein.
Rotterdam kreeg vorig jaar 634 hulpvragen van gezinnen, maar heeft slechts 228 opvangplekken beschikbaar. Een deel werd tijdelijk ondergebracht bij Flexwonen, anderen moesten zelf oplossingen zoeken. In Amsterdam is de situatie al jaren ernstig. De stad ziet dakloosheid fors toenemen door de woningnood en afnemende bestaanszekerheid. Negentien gezinnen zitten momenteel in hotels, omdat reguliere opvang vol is. Het totale aantal daklozen wordt er geschat op minstens 15.000.
























































