In de Tweede Kamer stelde Van Meijeren vragen aan minister Van Oosten (Justitie en Veiligheid). Hij sprak van een "spoor van vernieling" en bekritiseerde vooral het optreden van de politie. "Ze stonden erbij en keken ernaar. Sterker nog, strafbare feiten werden door de politie gefaciliteerd en oogluikend toegestaan."
Volgens Van Meijeren is dit geen incident. "Wanneer leden van Extinction Rebellion illegaal de A12 blokkeren, wordt dat eerst door de politie gefaciliteerd. Ze krijgen alle tijd en ruimte om de snelweg plat te leggen en het verkeer urenlang te ontwrichten." Hij wees erop dat tegenstanders van regeringsbeleid, zoals bij stikstof of asiel, juist met harde middelen worden aangepakt.
Het Kamerlid verwees daarbij ook naar eerdere demonstraties tijdens de coronacrisis. "Zelfs de VN-rapporteur sprak indertijd van ‘buitenproportioneel, onmenselijk en escalerend politiegeweld’." Volgens hem wordt in Nederland structureel met twee maten gemeten. Minister Van Oosten wees de kritiek van de hand. "Voor mij als minister en voor dit kabinet geldt dat waarover je demonstreert er helemaal niet toe doet. Het gaat mij er wel om hoe je demonstreert."
Hij zei het bekladden van eigendommen scherp af te keuren. "Spullen of gebouwen vernielen of schade toebrengen heeft natuurlijk helemaal niks meer met demonstreren te maken." Volgens Van Oosten heeft de politie juist opgetreden toen de schade te groot werd. "Afgelopen zaterdag stond de mate van vernieling voor het lokaal gezag niet meer in verhouding tot het brengen van de boodschap en daarom heeft de politie ingegrepen."
Van Meijeren toonde zich niet overtuigd. "Iedereen kan met eigen ogen zien dat er wél twee totaal verschillende standaarden worden gehanteerd." Hij stelde dat de minister door ontkenning het wantrouwen in de overheid juist vergroot. "Wie protesteert in lijn met de agenda van de zittende macht, krijgt alle ruimte. Wie protesteert tegen de agenda van de zittende macht, wordt genadeloos afgestraft."
Praatmee