Planbureau wil ruim 100.000 hectare landbouwgrond opofferen voor natuur

Om de Europese natuur- en klimaatdoelen te halen, moet Nederland flink op de schop. Volgens een nieuw rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is er meer dan 100.000 hectare extra natuur nodig – een gebied zo groot als de provincie Utrecht. Die uitbreiding gaat ten koste van landbouwgrond.
Het PBL stelt dat de landbouw “ingrijpend moet veranderen” om de doelen van 2050 te halen. Alleen dan kan de natuur zich herstellen en blijven rechtszaken over stikstof en milieu uit.
Doelen ver buiten bereik
De huidige natuurdoelen liggen volgens het PBL nog “ver buiten bereik”. Zonder stevig ingrijpen blijft Nederland steken in crisisbeleid en juridische procedures. “Als er niets verandert, volgen er de komende jaren meer rechtszaken,” waarschuwt het rapport.
De Europese afspraken verplichten Nederland om de natuur te herstellen, de biodiversiteit te beschermen en vervuiling terug te dringen. Het gaat om maatregelen die zowel het klimaat als de leefomgeving moeten verbeteren.
Het planbureau ziet echter maar twee realistische routes: meer technologie of meer natuur. Beide vragen om grote keuzes, en in beide gevallen verandert het Nederlandse landschap ingrijpend.
Twee toekomstbeelden
Het PBL beschrijft twee scenario’s voor wat het noemt een opgave van “historische omvang”. In het eerste scenario blijft de intensieve landbouw grotendeels bestaan, maar met zware nadruk op technologie. Boeren investeren in geavanceerde staltechniek om stikstofuitstoot te beperken. Dieren blijven grotendeels op stal. Rond nieuwe natuurgebieden – samen goed voor een oppervlak ter grootte van Utrecht – komen brede landbouwzones met weinig vee per hectare.
Die technologische koers is kostbaar. Alleen de meest rendabele boeren zullen kunnen blijven bestaan, waardoor de schaalvergroting in de landbouw verder toeneemt. Volgens het PBL behoudt Nederland in dit scenario wel zijn sterke agrarische exportpositie.
Kleinschaliger boerenland
Het tweede scenario kiest een andere weg: de landbouw wordt veel natuurvriendelijker. De veestapel halveert en het landschap krijgt een kleinschaliger karakter, vergelijkbaar met Oostenrijk of Engeland. Boerderijen zijn kleiner en meer afhankelijk van subsidies.
Boeren moeten extra inkomsten zoeken, bijvoorbeeld door een camping, boerderijwinkel of natuurbeheer. Het aantal vogels, vlinders en insecten neemt in dit scenario toe. Volgens het PBL komt dat doordat “de bedrijfsvoering van boeren ver afstaat van de huidige praktijk.” In dit tweede scenario is minder extra natuur nodig – ongeveer twee derde van de provincie Utrecht – maar de landbouw verandert fundamenteel.
Boeren missen richting
De boodschap van het PBL zal bij veel boeren gevoelig liggen. Toch benadrukt het rapport dat duidelijkheid juist zekerheid biedt. Jarenlang bleef die richting uit, zegt onderzoeker Hekkert in gesprek met NU.nl. “De politiek lukt het niet om een beeld te vormen van hoe de toekomst van de landbouw eruitziet. Maar als je dan maatregelen neemt, weet je nooit of je uitkomt waar je wil.”
Hij pleit voor een kabinet dat eindelijk keuzes durft te maken. Dat hoeft niet één van de twee scenario’s volledig te volgen: “De waarheid zal vast ergens in het midden liggen.”