Onderzoek: natuur op de Veluwe blijkt veel gezonder dan gedacht

De Veluwe verkeert in veel betere ecologische conditie dan jarenlang is beweerd. Dat blijkt uit een nieuw en omvangrijk onderzoek van de gepensioneerde Wageningse ecoloog Henri Prins. Volgens zijn metingen is er ondanks de stikstofuitstoot geen sprake van ernstige schade aan natuur, bodem of biodiversiteit. De resultaten zetten vraagtekens bij het dominante politieke en wetenschappelijke verhaal dat de Nederlandse natuur “op omvallen” zou staan.
Voor zijn studie onderzocht Prins meer dan honderd locaties verspreid over de Veluwe. Hij nam ruim duizend bodemmonsters en vergeleek die met historische gegevens. Daarnaast keek hij naar de soortenrijkdom in vier deelgebieden: de Ermelosche Heide, het Speulder- en Sprielderbos, het Kootwijkerzand en de Hierdense Beek.
De ecoloog baseerde zich op data van gerenommeerde organisaties zoals de Vlinderstichting, SOVON Vogelonderzoek, de Nationale Databank Flora en Fauna en internationale bronnen zoals het Global Diversity Information Facility.
Zijn conclusie is opvallend: “Er is op de Veluwe ondanks de stikstofdepositie geen massale verzuring of vermesting en soortenrijkdom en ecologisch functioneren zijn veelal op orde.” Volgens Prins functioneren de ecosystemen op de Veluwe nog goed, en is van grootschalig natuurverlies geen sprake.
AERIUS-model onder vuur
Het onderzoek ondersteunt eerdere kritiek op het Nederlandse stikstofbeleid. Prins stelt dat het door de overheid gebruikte AERIUS-rekenmodel ongeschikt is voor vergunningverlening. Het model kan volgens hem wel worden gebruikt voor beleidsanalyses of langetermijnprognoses, maar niet als juridisch instrument.
Ook de commissie-Hordijk kwam in 2020 al tot dezelfde conclusie: de onzekerheden in AERIUS zijn te groot om te dienen als basis voor harde besluiten. Het rapport van Prins bevestigt die zorgen met nieuwe velddata.
Strengste normen van Europa
Nederland hanteert van alle EU-landen de strengste stikstofnormen. Ter vergelijking: in Duitsland geldt een drempelwaarde van 21 mol stikstof per hectare per jaar, in Denemarken zelfs 35 mol. In Nederland ligt die grens nog altijd bij 1 mol — een waarde die vergunningverlening vrijwel stillegt.
Volgens Prins zorgt die rigide aanpak ervoor dat bouwprojecten en landbouw onnodig worden stilgezet, terwijl de natuur in werkelijkheid veel veerkrachtiger blijkt.
Signaal aan politiek en kiezers
Het onderzoek verschijnt op een moment van groeiende onvrede over het stikstofbeleid. Oud-advocaat Joost Schepelnoemt het rapport in zijn column bij Wynia’s Week “van groot belang voor kiezers en politici”. Hij schrijft: “Waar door autoriteiten en in de gangbare media veelal een (te) negatief beeld van de staat van de natuur wordt geschetst, is het belangrijk dat de kiezer zich ook breder kan informeren.”
Volgens Schepel kan het rapport dienen als “wetenschappelijke basis om in de stikstofkwestie een verantwoorde keuze te maken”. Hij hoopt dat politici de bevindingen serieus nemen, zodat “opgeklopte berichten als ‘de natuur staat op omvallen’ tot het verleden zullen behoren.”























































