Rechter oordeelt: Brabantse boer moet koeien 's nachts muisstil melken

De melkveehouderij van Arlette van den Tillaart uit Erp mag haar koeien gewoon vroeg blijven melken, maar dan wel muisstil. Dat heeft de rechtbank in Den Bosch bepaald. De rechter geeft de gemeente Meierijstad gelijk in een slepende ruzie over nachtelijk geluid, vergunningen en een bouwstop die de boerin had genegeerd. Dit meldt Brabants Dagblad.
Het familiebedrijf met 450 koeien vernieuwde in 2023 zijn melkstal. Daarvoor kreeg het een nieuwe vergunning, met strenge regels om geluidsoverlast te beperken. Overdag mag er gewoon met tractoren worden gereden, maar tussen elf uur ’s avonds en zeven uur ’s ochtends gelden strengere geluidsnormen.
Dat betekent dat de boerin voor zeven uur geen kuilvoer mag halen uit de sleufsilo’s. Volgens de gemeente is dat nodig om de nachtrust van omwonenden te beschermen. Voor Arlette van den Tillaart is dat echter onwerkbaar. “Mijn koeien moeten direct na het melken kunnen eten,” zei ze tijdens de rechtszitting. “Dat voer komt rechtstreeks uit de sleufsilo. Als wij om vijf uur beginnen met melken, moet dat dus ook kunnen.”
Toen de gemeente voorstelde het voer al ’s avonds klaar te leggen, reageerde ze fel: “Dat is echt een compleet onzinverhaal. Denkt u nou echt dat de koe daar vanaf blijft tot de volgende ochtend?”
Gemeente krijgt gelijk
De rechtbank oordeelde dat de gemeente de regels terecht heeft opgelegd. De nacht eindigt officieel pas om zeven uur, ook al zijn de meeste boeren dan al lang aan het werk. “De strengere geluidsnormen voor de nacht zijn terecht,” staat in het vonnis.
Daarnaast mag de gemeente een meldplicht opleggen voor het oogsten en inkuilen van gras en maïs. Volgens Van den Tillaart was dat “weer een extra regeltje” dat boeren opzadelt met papierwerk. De rechter vond die verplichting echter minimaal. Een extra e-mailtje, oordeelde de rechtbank, is “geen disproportionele administratieve last.”
Dwangsom van 30.000 euro
Het bedrijf verloor ook het beroep tegen een dwangsom van 30.000 euro. De boer begon in 2023 al met de bouw van de nieuwe melkstal, terwijl de vergunning nog niet definitief was. De gemeente legde daarop een bouwstop op, maar ontdekte bij veertien controles dat het werk zes keer toch was doorgegaan.
Advocaat Johan van Groningen verdedigde de boerin met het argument dat doorgaan noodzakelijk was: “350 vaarzen die op klappen staan, dat vind ik nogal een belang.” De rechtbank wees dat van de hand: het bedrijf had dit risico zelf genomen door zonder vergunning te beginnen.

















































