Accepteren moeten we langzaam leren
Wat is het belang van de vrijheid van onderwijs? Hierover werd op vrijdag 10 juni gedebatteerd in de Westerkerk door SP-Kamerlid Peter Kwint, SGP-Kamerlid Roelof Bisschop en twee rectoren uit Veenendaal. Het was een bijzonder debat, zeker omdat het hele publiek op een reformatorische school had gezeten of er nog steeds zit, uitzonderingen daar gelaten.
Een van de kenmerken van de vrijheid van onderwijs is het ontbreken van een acceptatieplicht. Ondanks dat er maar weinig scholen zijn waar een identiteitsverklaring nodig is, werd een algemene acceptatieplicht een stelling tijdens het bovengenoemde debat. Officieel zou de identiteitsverklaring afgeschaft worden, dankzij een motie van SP-Kamerlid Peter Kwint.
De reden van de afschaffing is dat je als kind mag kiezen naar welke school je gaat en dat je niet afgewezen mag worden als je ouders een andere stroming of religie aanhangen. Het tegenargument hierop was dat je op deze manier een gemeenschap met eigen normen en waarden beschermt. Reformatorische scholen doen het statistisch enorm goed en kunnen dus populairder worden dan andere scholen. Als er dan enorme stromingen leerlingen zich zouden aanmelden, zou dat de normen en waarden van de gemeenschap bedreigen.
Maar is dat slecht? Dienen normen en waarden alleen geformuleerd, gehandhaafd en overgedragen te worden? Of dienen ze, indien nodig, bijgesteld te worden om ze geschikt te maken voor deze tijd? Beide kanten van het debat over de acceptatieplicht hebben een punt en in mijn optiek is hier een compromis nodig om de juiste weg te bewandelen.
Als iedereen wordt toegelaten, dan verwateren de normen en waarden omdat de scholen daar niet op zijn voorbereid. Op de huidige weg waar identiteitsverklaringen nodig zijn, is de kans om normen en waarden bij te stellen en ze geschikt te maken voor deze tijd enorm lastig. De kans dat een leerling op een basisschool zelf op zoek gaat is nihil.
Wat is nou dat compromis? Het compromis is het dat de identiteitsverklaringen behouden worden, maar dat de toelating langzaam wordt uitgebreid. Dit om er voor te zorgen dat scholen zich kunnen voorbereiden op de ‘massamigratie’ van leerlingen uit een ander milieu. Om de normen en waarden niet te laten verwateren maar tegelijkertijd er voor te zorgen dat scholen opener zijn, zouden bijvoorbeeld protestanten of katholieken welkom geheten kunnen worden op een reformatorische school.
Ze verschillen op bepaalde vlakken, maar het is te overbruggen. Wanneer dit goed gaat en de optimale schaalgrootte van het primaire onderwijs niet overschreden wordt, kun je verdergaan met het uitbreiden van de toelating. Als de normen en waarden enorm verwateren en dit de kwaliteit van het onderwijs aantast, kun je het beleid op tijd herzien en de schade minimaliseren. Niet als een kip zonder kop een onnodig radicaal ander beleid, maar gecontroleerde verandering waar de gemeenschap van leerling, ouder en de onderwijzer niet vergeten wordt voor ideologische belangen.
--------------------------
Deze column is geschreven door Stef Kleine Staarman.