Marijnissen (SP): "Armoede in Nederland geen Amerikaanse toestanden, maar Ruttiaanse toestanden"
SP-leider Lilian Marijnissen sprak tijdens de Algemene Beschouwingen over de oprukkende armoede in Nederland. Men heeft vaak over Amerikaanse toestanden, een toestand waarin de overheid de armen niet helpt, maar in Nederland kan men beter spreken over "Ruttiaanse toestanden", aldus Marijnissen.
Marijnissen trapte haar betoog af door enkele schrijnende verhalen aan te halen:
"Afgelopen week ging ik boodschappen doen bij de supermarkt bij mij in de wijk, de Jumbo. Een aantal mensen hier herkent het misschien wel, maar ik merk dat ik de laatste tijd echt zo heel veel meer door mensen wordt aangesproken, bijvoorbeeld in een supermarkt, maar ook op straat. Eigenlijk is de strekking steeds hetzelfde: grote zorgen over de stijgende prijzen, grote angst voor de komende winter. En de strekking is ook heel duidelijk: jullie zitten er maar daar in Den Haag, maar jullie zitten er niet voor ons. Toen ik ging afrekenen bij diezelfde supermarkt, kwam ik natuurlijk bij de dame achter de kassa aan. Zij sprak mij ook aan en vertelde dat heel veel mensen boos worden op haar, omdat zij die hoge prijzen moet afrekenen. Ze zei: "Ik kan natuurlijk ook niks doen aan die hoge prijzen en bovendien" — het huilen stond haar echter nader dan het lachen — "moet ik ze zelf ook afrekenen. Ik kan ze ook niet betalen.""
Volgens Marijnissen zijn zulke verhalen geen incidenten, het gebeurt steeds vaker.
"Toen liep ik naar buiten. Daar sprak ook een dame mij aan. Zij werkt in de zorg, de gehandicaptenzorg, bijna fulltime. Ze vertelde mij dat ze nu een extra baan, ook in de zorg, erbij heeft genomen. Ze zei: we kunnen simpelweg niet rondkomen van mijn salaris en dat van mijn vriend. Dat is dus een tweede baan. Je hoort dat gewoon continu, je hoort het overal. Ooit noemden we in Nederland het fenomeen van mensen die niet rond kunnen komen ondanks dat ze een fulltimebaan hebben, "Amerikaanse toestanden". Inmiddels zijn het, mogen we toch wel zeggen, Ruttiaanse toestanden geworden. Want het is echt aan de orde van de dag."
"Afgelopen zaterdag hadden we hier in Den Haag het PrinsjesdagProtest. Ook op zo'n dag spreek je natuurlijk weer heel veel mensen. Ook daar was de strekking weer hetzelfde: zulke grote zorgen over wat de toekomst gaat brengen, zulke grote zorgen over de stijgende prijzen en zulke grote zorgen over "hebben ze daar in Den Haag wel in de gaten waar ze mee bezig zijn en hoe dit mij raakt". Daar sprak ik onder anderen Kristie. Kristie is een van de getroffenen in het toeslagenschandaal. En Kristie vertelde: "Ik overweeg nu om mezelf preventief van het gas af te laten sluiten". "En dat is", zo zei ze, "omdat ik zo bang ben" — daar heb je het weer, die angst — "dat ik in de schulden terechtkom". En dat maakt dat in Nederland een serieus gesprek over de bestaanszekerheid van mensen — artikel 20 van de Grondwet; het kwam vanochtend al even voorbij — weer aan de orde van de dag is, omdat dit kabinet de bestaanszekerheid van heel veel mensen gewoon op het spel zet, en daarmee ook onze beschaving op het spel zet. Want armoede, armoede in Nederland, in zo'n rijk land, is zoveel meer dan alleen te weinig geld hebben. Kinderen die moeten opgroeien in armoede. We weten allemaal wat dat ... Nou, ik denk dat we helemaal niet allemaal weten wat dat doet. Ik wilde zeggen "we weten allemaal wat dat doet", maar ik vrees dat we helemaal niet allemaal weten wat dat doet, wat het betekent als je als kind op moet groeien in armoede, en wat dat doet."
Marijnissen verwijt het kabinet laksheid, volgens haar heeft de overheid een verantwoordelijkheid. Echter komt zij deze niet na.
"En dit kabinet doet veel te weinig, wat mij betreft. Het doet veel te weinig om armoede in Nederland te voorkomen. Maar we zitten hier vandaag bij de Algemene Beschouwingen. We zitten hier met het kabinet, maar we zitten hier ook met 150 Tweede Kamerleden. En dit is wel aan deze Tweede Kamer. Deze Tweede Kamer kan vandaag anders besluiten. Ze kan vandaag besluiten dat er, als er meer nodig is, meer gebeurt. Dat is aan ons. En die oproep zou ik ook echt vandaag hier aan die 150 Tweede Kamerleden willen doen."
"Want volgens ons is er veel meer nodig. Wat er in ieder geval nodig is, is een nationaal noodplan, een nationaal noodplan waarbij we niet alleen de koopkrachtvoorstellen doen die het kabinet nu doet en waar volgens mij ook zeker goede dingen in zitten, maar er is veel meer nodig. Wat er ook nodig is, zijn wat ons betreft afspraken met de woningbouwverenigingen, of "woningcorporaties" moet je voortaan zeggen. Geen huisuitzettingen, bijvoorbeeld. En: kunnen we versneld die huren verlagen? Wat er ook nodig is, zijn afspraken met gemeenten. En niet alleen afspraken met gemeenten, maar een noodfonds voor gemeenten. Gemeenten kunnen mensen opsporen die in de knel zitten. Die weten het; die hebben vaak die contacten. We weten ook dat mensen zich vaak niet gaan melden bij een loket, ook al is er misschien wel een regeling, simpelweg om datgeen wat ik net beschreef: de angst dat het misschien toch verkeerd uitpakt; de angst dat het misschien toch niet terecht is wat mensen krijgen. Dus laten we dat nou ook doen. Dat zou ons voorstel zijn. Maak afspraken met incassobureaus: ga mensen alsjeblieft niet opjagen, maar ga ze helpen. Maar denk bijvoorbeeld ook aan het minimumloon. Dat gaat omhoog, en dat is hartstikke goed, maar wat ons betreft mag het meer, móét het meer omhoog."