Tijdens de coronacrisis begon het leger informatie van Nederlandse burgers te verzamelen (LIMC), aanvankelijk voor de aanpak van het coronavirus. Maar al snel werd de grootschalige dataverzameling ook voor andere doeleinden gebruikt, en dit was juridisch illegitiem. Dit schrijft de minister van Defensie, Kajsa Ollongren (D66), in een brief aan de Tweede Kamer.
Ollongren erkent dat het leger zijn boekje te buiten is gegaan, en op illegale wijze gegevens van burgers aftapte. NRC concludeerde in december 2021 uit Wob-documenten dat het leger al meer dan een jaar wist van de bezwaren tegen het LIMC.
Maar ondanks deze fouten en misstappen uit het recente verleden, ziet Ollongren geen bezwaar in het principe van gegevensverzameling, schrijft zij in de Kamerbrief. Sterker nog: ze vindt het een noodzaak dat het leger 'informatiegestuud blijft werken'. Wel erkent Ollongren dat er betere juridische gronden moeten worden gevonden om deze praktijken door het leger door te laten gaan.
De commissie raadt aan om de toekomstige dataverzameling te gaan baseren op Wiv 2017 ('Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten') te gebruiken als juridische grondslag. Hiermee wordt de AVG-wetgeving (voor de privacy van persoonsgegevens) omzeild. Ollongren kondigt aan dat het leger gaat experimenteren met 'informatiegestuurd werken', maar dan wel eerst met fictieve gegevens.