Volgens De Jonge werden er in 2022 zo'n 90.000 woningen opgeleverd, 10.000 minder dan er was afgesproken in het coalitieakkoord. Maar ook voor dit jaar en 2024 ziet De Jonge het somber in: 'De omstandigheden zijn sterk veranderd', constateert De Jonge. 'De vraag naar huisvesting groeit sterker dan verwacht, vooral door migratie. Tegelijkertijd zijn de financiële omstandigheden voor de woningbouw voor vooral de korte termijn moeilijker geworden', schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer.
Volgens De Jonge is er een geldtekort, maar gaat de overheid niet meer investeren. Wel is hij op zoek naar alternatieve oplossingen. 'Ik ben blijvend in gesprek met institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, over hun bijdrage aan de volkshuisvestelijke opgave. Zij zijn zich in het bijzonder bewust van hun verantwoordelijkheid en streven naast een financieel rendement ook een maatschappelijk rendement na.'