Na de ophef en kritische Kamervragen over de week van de lentekriebels in maart beloofde Wiersma het hele lespakket van Rutgers voor de week van de lentekriebels beschikbaar te maken aan Kamerleden. Dit heeft Wiersma nu echter geweigerd. Hij voerde een gesprek met Rutgers en Rutgers verwees naar delen van hun lespakket dat online te vinden was.
In antwoord op Kamervragen van Thierry Baudet van FVD, zei Wiersma dat basisscholen zelf kunnen beslissen wanneer ze beginnen met een leerlijn voor de verplichte kerndoelen en welke vorm, inhoud en tempo ze dit geven. Hij vindt het belangrijk dat kinderen in de bovenbouw echte seksuele voorlichting krijgen met kennis over voorplanting, lichamelijke veranderingen tijdens de pubertijd en beeldvorming in media.
Wiersma denkt echter wel, net al Rutgers, dat de relationele en ook de seksuele ontwikkeling van kinderen al heel jong begint. Hij vindt het op jong leeftijd gepast dat leraren al spreken over een positief zelfbeeld, vriendschap en verliefdheid. Hij verdedigt echter de lesprogramma's van Rutgers die al voor de bovenbouw kinderen geslachtsdelen laten zien en vertellen over masturbatie.
Ook haalde Wiermsa een onderzoeksrapport aan van Rutgers dat stelt dat seksuele vorming op een jonge leeftijd juist de seksuele gezondheid en weerbaarheid van kinderen zou versterken. De minister erkende wel dat de Inspectie van het Onderwijs enkele tientallen telefoontjes en berichten ontving naar aanleiding van de Week van de Lentekriebel.
FVD zegt ook veel berichten ontvangen te hebben over de week van de lentekriebels en over schoolbesturen die bezwaren van ouders tegen gebruik van dit lespakket niet serieus nemen. FVD beschuldigt ook Wiersma ervan over het hoofd te hebben gezien dat Rutgers in 1979 een petitie tekende voor de legalisatie van seks met kinderen, terwijl hij beweert dat Rutgers nooit pedofilie zou hebben gesteund.