D66-minister negeert bewust verkiezingsuitslag en stuurt opnieuw geld naar Oekraïne
Ondanks de verkiezingsuitslag maakt demissionair D66-minister Kajsa Ollongren opnieuw een flinke geldsom over naar Oekraïne. Volgens haar is dit broodnodig, en verandert een PVV-zege daar niets aan. Dit vertelt ze in een interview met de Volkskrant.
Het Nederlandse kabinet verlengt zijn steun aan Oekraïne met 550 miljoen euro. Hierdoor bedraagt de totale waarde van het geleverde materieel en fondsengeld nu 2,6 miljard euro. Hoewel sommige analisten al rekening houden met een mogelijk verlies voor Oekraïne, is het volgens Ollongren belangrijk dat het land van Zelensky blijft doorvechten.
"We kunnen Oekraïne niet in de kou laten staan. Met onze steun zorgen we ervoor dat Oekraïne kan blijven vechten. Ze mogen de strijd niet verliezen. Dit gaat ook om onze vrijheid en veiligheid", vertelt ze in een periodieke update aan de Tweede Kamer.
In de afgelopen twee maanden heeft Nederland onder meer gevechtsvoertuigen, luchtverdedigingssystemen, wapens, munitie en drones gedoneerd. Maar sinds kort is het nog maar de vraag of een Kamermeerderheid de steun aan Oekraïne wil verlengen. De grote winnaar, PVV, ziet er duidelijk geen heil in.
Dit lijkt Ollongren weinig uit te maken. In een interview met de Volkskrant vertelt ze dat ze de verkiezingsuitslag naast zich neerlegt, en geld blijft sturen naar Oekraïne zolang zij minster is. "Dat is niet veranderd op 22 november. Er is niemand die denkt dat we ons nu kunnen terugtrekken achter de dijken omdat er een andere verkiezingsuitslag is gekomen", vertelt ze.
Demissionair minister vindt zichzelf niet demissionair
Staatsrechtelijk is het kabinet-Rutte IV al een half jaar demissionair. Dit betekent dat het kabinet alleen nog lopende zaken mag afhandelen, en controversiële zaken - waarvoor mogelijk geen meerderheid is - moet uitstellen. Maar hier denkt Ollongren anders over.
"Staatsrechtelijk gezien zijn we demissionair tot een nieuw kabinet is gevormd − en is er geen andere optie dan dat te doen. [Maar] mijn verantwoordelijkheid leidt ertoe dat ik helemaal niet zo demissionair ben", zegt ze. "Zolang wij er zitten, gaan wij dit doen. En als de Kamer dat echt anders wil, dan komen we op terra incognita − en ik denk niet dat we daar moeten willen belanden."