Rechtszaak over veiligheid coronavaccins: wie is verantwoordelijk?
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) bevindt zich momenteel in het middelpunt van een juridische strijd over de veiligheid van het inmiddels achtste coronavaccin, meldt Indepen. De vraag die centraal staat in deze rechtszaak is of het CBG wel voldoende zijn verantwoordelijkheid neemt als toezichthouder op de veiligheid van medicijnen, met name coronavaccins.
Met een nieuwe vaccinatiecampagne voor de deur worden vragen opgeworpen over de balans tussen de voordelen en nadelen van het vaccin. Het Lareb, verantwoordelijk voor het monitoren van bijwerkingen, registreerde al 235.000 meldingen van bijwerkingen. De bijsluiter van Pfizer groeide in enkele jaren van 40 naar 632 pagina’s met gemelde effecten. De toelating van de vaccins was gebaseerd op de noodsituatie tijdens de pandemie in 2021, maar inmiddels is de pandemische noodzaak verdwenen.
Het CBG staat voor de rechter en verdedigt zich met drie argumenten: het verwijst naar de Europese Commissie en het EMA, stelt niet bevoegd te zijn om in te grijpen, en beweert dat er geen reden is om maatregelen te nemen. Dit lijkt in tegenspraak met de eigen missie van het CBG, namelijk het waarborgen van de kwaliteit van geneesmiddelen in Nederland.
De eisende partij stelt dat de situatie rond het vaccin vergelijkbaar is met een defect kermistoestel dat mensen in gevaar kan brengen. De overheid zou in zo’n situatie moeten ingrijpen, ook al is het gebruik van de attractie vrijwillig. Op dezelfde manier zouden de vergunningen voor het vaccin opgeschort moeten worden totdat er meer duidelijkheid is over de bijwerkingen, waaronder ernstige gevallen zoals sterfgevallen.
De rechter doet binnen 14 dagen uitspraak, enkele dagen ná de start van de vaccinatiecampagne. De eisende partij heeft om een vervroegde uitspraak gevraagd, gezien de urgentie van de situatie.