Er was geen hongersnood in Gaza, blijkt uit UNICEF-cijfers

Volgens nieuwe cijfers van UNICEF is er geen sprake geweest van een hongersnood in Gaza. De VN-gelieerde organisatie Integrated Food Security Phase Classification (IPC) concludeerde in augustus nog dat er een hongersnood gaande was, maar deed dat op basis van onvolledige en niet-gewogen gegevens. De recent vrijgegeven, wél gewogen data tonen aan dat de situatie niet voldoet aan de eigen hongersnoodcriteria van de IPC, meldt JNS.
Critici spreken van een ernstig dataprobleem. ‘De gegevens waarop de hongersnood werd gebaseerd, waren vervalst,’ zei onderzoeker Mark Zlochin. Hij bestudeerde maandenlang de cijfers uit Gaza en concludeert dat de IPC ‘ongewogen gemiddelden zonder leeftijdsaanpassing’ gebruikte, wat de cijfers kunstmatig opblies.
Gewogen data tonen lager percentage
De meting die de IPC gebruikte, heet mid-upper arm circumference (MUAC), de bovenarmomtrek bij kinderen, een standaardmaat voor ondervoeding. Volgens de IPC is een hongersnood pas vastgesteld als vijftien procent van de kinderen tekenen van ondervoeding vertoont.
De nieuwe UNICEF-data laten zien dat dit niveau nooit is gehaald. De gemiddelde, naar leeftijd gewogen MUAC-waarde kwam in de tweede helft van juli uit op 14,8 procent en daalde in augustus verder, tot het niveau van juni (ongeveer 11 procent). Zlochin zei: ‘Zonder MUAC-data die hongersnoodniveaus bereiken, kan de IPC geen hongersnooddoden afleiden.’
Foutieve methodes
Volgens Zlochin gebruikte de IPC slechts twee weken aan data uit juli in plaats van een volledige maand. Bovendien verschoof men gegevens uit de tweede helft van juli, waar de ondervoeding juist daalde, naar de eerste helft. ‘Ze hebben de cijfers kunstmatig opgevoerd,’ aldus Zlochin. ‘Zodra je ziet dat de drempel niet is overschreden, valt alles in duigen.’ Hij noemt het rapport van de IPC ‘een hoax’ en zegt dat de verantwoordelijken dat ‘de hele tijd hebben geweten’.
Jean-Martin Bauer van het Wereldvoedselprogramma verdedigde de oorspronkelijke IPC-conclusie in augustus nog. Hij zei: ‘De prevalentie van ondervoeding onder kinderen is verdrievoudigd tussen mei en juli. Wanneer je zo’n exponentiële toename hebt, betekent dat ook een exponentiële stijging van het sterfterisico.’ Volgens hem was er sprake van ‘een sterke samenhang tussen bovenarmomtrek en sterfte’.
Maar de nieuwe UNICEF-cijfers spreken die redenering tegen. De IPC voorspelde op basis van haar hongersnoodverklaring dat tot 10.000 mensen door verhongering zouden sterven. Uit gegevens van Hamas en de VN blijkt echter dat in dezelfde periode 192 mensen stierven aan ondervoeding, slechts twee procent van het voorspelde aantal.



















































