Het voorstel voor chatcontrole, gesteund door EU-voorzitter Hongarije en de Europese Commissie, roept op tot verplichting voor chatdiensten om de inhoud van berichten die burgers versturen te controleren. Burgerrechtenorganisaties zoals EDRi hebben zich fel gekeerd tegen het plan, dat volgens hen een ernstige bedreiging vormt voor de privacy en veiligheid van burgers. De AIVD waarschuwde eerder dat chatcontrole ook de cybersecurity van Nederland in gevaar brengt.

EDRi verwelkomt het Nederlandse besluit om niet voor te stemmen en hoopt dat dit de eerste stap is naar het volledig verwerpen van de chatcontrolevoorstellen. "De waarschuwing van de AIVD zou ook in andere landen gehoord moeten worden," aldus de organisatie.

De commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een reeks kritische vragen ingediend, waarin onder meer wordt gevraagd of Nederland ooit voor het voorstel zou kunnen stemmen zonder dat de impact volledig duidelijk is. Ook wil de commissie weten welke externe technische en juridische experts de minister heeft geraadpleegd bij het opstellen van het Nederlandse standpunt.

Een van de belangrijkste vragen die de minister moet beantwoorden, gaat over het recht op privacy en het briefgeheim. "Kunt u onderbouwen waarom het verplichten van client side scanning op versleutelde privécommunicatie wat u betreft wel of niet een wettelijke verzwakking of omzeiling van end-to-end encryptie betekent?" vraagt de commissie.