Studie: Nederland verandert in moeras door 'groene' subsidies
Drooggepompte poldergronden maken steeds vaker plaats voor natte natuurgebieden. Dit komt echter niet voort uit milieuzorg maar uit een winstgedreven subsidiebeleid, zo blijkt uit onderzoek van Agrifacts. Het komt erop neer dat Nederland bewust wordt veranderd in een moeras voor financieel gewin.
Nederland krijgt steeds meer moerasgebied erbij. Uit onderzoek van Agrifacts blijkt dat dit samenhangt met het Nederlandse subsidiebeleid. In ons land ontvangen natuurbeheerders subsidies die afhankelijk zijn van het type natuur dat ze beheren. Nat schraalland, waarvoor de beheerder maar liefst 2.549,63 euro per hectare ontvangt, wordt daardoor aantrekkelijker dan hoogveenbos, dat slechts 25,61 euro per hectare oplevert.
Dit financieel gestuurd beheer leidt tot keuzes die zelden in het belang lijken van de natuur zelf, stelt Agrifacts. Voor bijvoorbeeld zandverstuivingen en zwakgebufferde vennen, waarvoor relatief lage vergoedingen gelden, wordt geregeld gekozen voor een ander beheerprogramma met een hogere subsidie. Agrifacts laat zien dat 40 procent van de zandverstuivingen en 50 procent van de zwakgebufferde vennen in Nederland niet in het juiste beheer zitten, wat telkens leidt tot hogere subsidies voor de natuurbeheerder.
Kwetsbare natuur als argument voor strikte stikstofregels
De zorgen over kwetsbare natuur zijn leidend geworden in het stikstofdebat, waarbij de natuurkwaliteit als belangrijk argument wordt aangevoerd om streng op te treden tegen de landbouw en de bouwsector. Toch wijzen cijfers van Agrifacts uit dat veel van deze kwetsbare natuurgebieden niet optimaal worden beheerd. Het ministerie van Landbouw, Voedselkwaliteit en Natuur (LVVN) bevestigde eerder al dat zo’n 10 procent van de kleine habitattypen in de Natura 2000-gebieden niet in overeenstemming is met het vastgelegde beheer.
Ondertussen wordt de landbouw verder ingeperkt en worden er steeds meer veehouderijbedrijven opgekocht met als doel natuurbehoud. Volgens critici staan de stringente eisen niet in verhouding tot de resultaten. Oud-Europarlementariër Rob Roos stelt dat natuurorganisaties profiteren van deze situatie: “Het is niet eens 'groen'. Het is milieumaffia, EcoStalinisme zelfs. Defund al die zogenaamde milieuclubs. De rest mag niks en zij verdienen geld met door hen zelf gecreëerde absurde regels.”
Van goedkoop naar duur natuurbeheer
Volgens het huidige subsidiebeleid ontvangen natuurbeheerders per type natuur een vast bedrag per hectare. Waar natte natuur het hoogste bedrag oplevert, blijven minder intensieve en drogere natuurvormen ver achter in subsidie. “Voor hoogveenbossen krijg je maar 25,61 euro per hectare,” aldus de analyse van Agrifacts, “maar natte natuurgebieden zoals nat schraalland brengen duizenden euro’s per hectare op. De financiële prikkel leidt ertoe dat steeds vaker de overstap naar duurder beheer wordt gemaakt, wat niet altijd noodzakelijk is voor het ecosysteem.”
Zwakgebufferde vennen, bijvoorbeeld, zouden als zure vennen beheerd moeten worden, wat een subsidie van 109,68 euro per hectare oplevert. In de praktijk blijkt echter dat men liever kiest voor nat schraalland, waarvoor een hogere vergoeding van 2.549,63 euro geldt, ook al vraagt dat type beheer om een ander ecosysteem. “Het gebeurt bijna altijd in het financiële voordeel van de beheerder,” aldus de onderzoekers van Agrifacts.
Ministerie LVVN bevestigt bevindingen
Het ministerie van LVVN reageerde vorig jaar op de bevindingen van Agrifacts en bevestigde dat er bij de kleinere natuurpercelen inderdaad een ‘ongewenste situatie’ ontstaat, waarin beheerders soms afwijken van de oorspronkelijk vastgestelde beheertypen. Het ministerie gaf aan dat zij het afwijkend beheer afkeurt, maar provincies de situatie vaak gedogen.
Provincies, die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op natuurgebieden, verklaren dat het combineren van kleine habitats in grotere percelen vaak kostenbesparend werkt. Toch blijkt uit het onderzoek van Agrifacts dat dit afwijkende beheer veelal niet besparend werkt, maar juist leidt tot een hogere subsidie-uitkering.
De vraag blijft echter of het huidige kabinet daadwerkelijk ingrijpt in het natuurbeleid, of dat Nederland in toenemende mate zal veranderen in natte natuurgebieden. De roep om een kritische blik op de natuursubsidies klinkt steeds luider, maar vooralsnog blijft het systeem zoals het is, waardoor natuurbeheerders – en niet de natuur zelf – het meeste voordeel uit de ‘groene subsidies’ lijken te halen.