Provinciebestuurders roepen PVV-minister op om asieldwangwet niet af te schaffen
De Commissaris van de Koning in Noord-Brabant, Ina Adema, roept samen met haar collega’s uit andere provincies het kabinet op om de spreidingswet voor asielopvang te behouden. “De wet is onder de gegeven omstandigheden effectief", aldus Adema tegen het AD. Ondanks kritiek van de PVV, de grootste coalitiepartij, en minister van Asiel Marjolein Faber, die de wet zo snel mogelijk wil intrekken, dringen de commissarissen aan op behoud van de regeling.
Door de spreidingswet groeide het aantal opvangplekken in Brabant dit jaar met 900 tot ruim 8000, en er worden nog duizenden extra plekken verwacht tegen juli 2025. Volgens Adema had deze groei zonder de spreidingswet niet plaatsgevonden. “De wet stelt per gemeente vast hoeveel plekken er moeten zijn tegen 2025, en gemeenten die te weinig opvangplekken bieden, riskeren een boete", legt Adema uit. Ze benadrukt dat de wet een middel is en geen doel, maar ziet vooralsnog geen alternatieven om het opvangprobleem op te lossen.
Volgens Adema zorgt de wet voor een vermindering van het aantal noodopvanglocaties doordat er meer vaste bedden beschikbaar zijn. Dit biedt niet alleen meer rust voor de bewoners van de opvanglocaties, maar verlaagt ook de kosten voor de overheid. Ze zal op 1 november rapporteren aan minister Faber over de Brabantse situatie. Het doel van 14.689 opvangplekken voor de provincie is echter nog niet bereikt: de teller staat op ongeveer 13.500, inclusief opvangplaatsen die momenteel alleen op papier bestaan en waarvan de locatie nog moet worden ingericht.
Minister Marjolein Faber (Asiel) kondigt eerder in oktober aan dat de spreidingswet zo snel mogelijk zal worden ingetrokken. Dit komt nadat zij eerder tegen gemeenten en provincies had gezegd dat het nog zeker twee tot drie jaar zou duren. Faber wijt die eerdere uitspraken aan vermoeidheid en noemt het een fout. De spreidingswet, die begin dit jaar na veel debat door de Kamers werd geloodst, regelt de verdeling van opvangplekken voor asielzoekers over gemeenten op basis van inwoneraantallen en een sociaal-economische score.
Hoewel niet elke gemeente verplicht is een asielzoekerscentrum (azc) te openen, kan de overheid ingrijpen als gemeenten er onderling niet uitkomen. De wet werd voornamelijk door de PVV verworpen, die een sterke tegenstander van het plan was.
Het besluit van het kabinet om de spreidingswet uiteindelijk in te trekken, heeft voor veel verwarring gezorgd bij gemeenten en provincies. Hoewel de wet nog steeds van kracht is en gemeenten vóór 1 november hun plannen voor asielopvang moeten inleveren, twijfelen sommigen of ze hiermee moeten doorgaan, aangezien de wet binnenkort mogelijk zal worden geschrapt. Anderen zetten hun plannen voort, omdat de wet nog steeds geldt.
Twee weken geleden had minister Faber in gesprekken met provincies en gemeenten benadrukt dat het intrekken van de spreidingswet zeker twee tot drie jaar zou duren. Ook haar woordvoerder bevestigde dit tijdspad, gebaseerd op de normale duur van een wetstraject. Dit veroorzaakte nog meer onzekerheid onder lokale overheden.
Na vragen vanuit de Tweede Kamer komt Faber nu terug op haar eerdere uitspraken. Ze geeft toe een fout te hebben gemaakt vanwege vermoeidheid. "Het klopt dat ik heb gezegd dat het twee tot drie jaar zou duren, maar dat was een verkeerde voorstelling van zaken. Ik ga de wet zo snel mogelijk intrekken, zoals afgesproken in het hoofdlijnenakkoord", aldus Faber.