Duitse scholieren krijgen opdracht om populariteit AfD te bestrijden
Een schoolopdracht voor Duitse gymnasiumleerlingen zorgt voor felle discussie. De opdracht, waarin leerlingen een plan moeten ontwikkelen om de groeiende populariteit van de AfD onder jongeren tegen te gaan, wordt door de AfD bekritiseerd als ‘politieke indoctrinatie’. Maar de Saksische minister Christian Piwarz, verdedigt de opdracht als een methode om reflectie en discussievaardigheden te stimuleren.
De aanleiding voor het debat is een opdracht voor tieners op het Goethe-gymnasium in Sebnitz, waar leerlingen tijdens de les maatschappijleer werden gevraagd een ‘concept’ te ontwikkelen om de stijgende steun voor de rechtse partij AfD onder jongere kiezers tegen te gaan. De opdracht werd vergezeld door een grafiek met de stijgende verkiezingsuitslagen van de AfD in de jongere leeftijdsgroepen. Ook een commentaar van de nationaal coördinator van ‘School met Moed – School zonder Racisme’ was bijgevoegd, die sprak van de “meest dramatische ruk naar rechts onder jonge mensen sinds 1949.”
Volgens de opdracht moesten de leerlingen mogelijke oorzaken van het AfD-stemgedrag analyseren en suggesties doen om deze trend om te buigen, meldt nieuwsmedium Junge Freiheit. Dit leidde tot bezorgdheid bij de AfD, die de opdracht zag als een stap in de richting van ideologische beïnvloeding van leerlingen. Romy Penz, parlementariër van de AfD, stelde vragen aan de Saksische minister van Cultuur over de neutrale positie van het onderwijs.
‘Reflectie en argumentatie als doelen’
In antwoord op de vragen van Penz stelde minister Christian Piwarz (CDU) dat de opdracht in lijn was met de doelstelling van het Saksische onderwijs om jongeren te stimuleren tot argumentatieve en reflectieve vaardigheden. Volgens hem zou het onderwijs leerlingen de ruimte moeten bieden om verschillende perspectieven te ontwikkelen en debatten aan te gaan.
Piwarz benadrukte dat de opdracht bedoeld was als een “oefening in discussie en reflectie,” en niet als een poging om leerlingen in een specifieke politieke richting te sturen. Het ministerie gaf geen specifieke informatie over hoe punten werden toegekend binnen deze opdracht, en beperkte zich tot algemene verklaringen over het belang van debat en reflectie.
Romy Penz wees op de Beutelsbacher Consensus, een richtlijn uit 1976 voor politieke educatie in Duitsland, die stelt dat onderwijsinstellingen politiek neutraal moeten blijven en dat leerlingen niet tot specifieke politieke overtuigingen mogen worden gedwongen. Penz beschuldigde de school en het ministerie ervan de richtlijn te schenden door een opdracht te geven die leerlingen aanmoedigt om deel te nemen aan een “strijd tegen rechts”.
Onvoldoende concrete antwoorden
In haar verdere vragen vroeg de AfD aan de minister of er specifieke beoordelingscriteria waren voor de hoogste punten, met als doel te achterhalen of leerlingen werden beloond voor een linkse interpretatie van de opdracht. Het ministerie koos ervoor deze vraag te omzeilen en geen duidelijke criteria vrij te geven. Penz vroeg ook om de beweegredenen van de docent die de opdracht had opgesteld, maar ook daarover werd geen antwoord gegeven.
De minister reageerde met een algemene verklaring dat vragen die gericht waren op de “beoordeling van feiten of hypothesen” door de staat niet beantwoord zouden worden. Dit leidde tot verdere kritiek van de AfD, die het gebrek aan transparantie in de antwoorden als ontwijkend bestempelde.