Canadese regering neemt Oekraïense nazi's in bescherming
In Canada is verontwaardiging ontstaan nu premier Justin Trudeau weigert om de namen vrij te geven van 900 vermeende nazi-oorlogsmisdadigers die na de Tweede Wereldoorlog naar het land zijn gevlucht. De Canadese overheid houdt de lijst geheim uit angst voor imagoschade en politieke implicaties in het licht van de huidige spanningen met Rusland. Dit meldt nieuwsmedium Ottowa Citizen.
De namen van de vermeende oorlogsmisdadigers werden in de jaren '80 verzameld door de Deschênes-commissie, die onderzoek deed naar de aanwezigheid van nazi’s in Canada. Dit onderzoek kwam naar aanleiding van meldingen dat na de oorlog honderden nazi-soldaten zich in Canada hadden gevestigd. Het ging onder meer om leden van de SS Galicië-divisie, bestaande uit voornamelijk Oekraïense vrijwilligers die vochten tegen de Sovjets. In het eerste deel van het rapport (1986) werd al bevestigd dat nazi’s toegang hadden gekregen tot Canada en daar woonden. Het tweede deel, met namen en meer details, blijft echter onuitgegeven.
Volgens Canadese ambtenaren zou het publiceren van deze informatie riskeren gebruikt te worden als Russische propaganda, gezien de rol van Oekraïense SS-soldaten in het conflict aan Duitse zijde tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Canadese regering vreest dat de Russische president Vladimir Poetin deze informatie zou kunnen gebruiken om Oekraïne, dat nu in oorlog is met Rusland, in een kwaad daglicht te stellen.
Joodse organisaties eisen openheid
De beslissing om de namen geheim te houden stuit op felle kritiek van Joodse organisaties zoals B’nai Brith Canada, meldt Daily Mail. “Canada onthoudt honderden dossiers over nazi-oorlogsmisdaden aan het publiek. Deze schandelijke geheimhouding ontneemt overlevenden rechtvaardigheid,” aldus B’nai Brith. Bernie Farber, zoon van een Holocaustoverlevende, beschrijft de weigering van de Canadese regering als “een beschamende smet” op het land.
Ook Jaime Kirzner-Roberts van het Friends of Simon Wiesenthal Centre uitte haar onvrede: “Wat een grove belediging voor degenen die hebben geleden onder hun barbaarse handen. Dit is een klap in het gezicht van onze grote veteranen”, schrijft zij op X.
Oproep tot excuses na parlementair incident
De oproepen om de namen te openbaren kwamen kort na een andere controverse rond de Canadese omgang met voormalige nazi-soldaten. In september stond de Canadese overheid onder vuur na het uitnodigen van Yaroslav Hunka, een 99-jarige voormalig SS-soldaat, in het parlement. Tijdens een bezoek van de Oekraïense president Zelensky werd Hunka door parlementsleden toegejuicht als 'Canadese held' – een pijnlijke blunder, want zijn eenheid stond bekend om oorlogsmisdaden tijdens de Duitse bezetting van Oekraïne.
Anthony Rota, de toenmalige voorzitter van het Canadese Lagerhuis, bood zijn excuses aan en trad uiteindelijk af vanwege de felle kritiek op zijn actie. De uitnodiging van Hunka en de daaropvolgende reacties maakten de roep om volledige openbaarheid rond het nazi-verleden in Canada alleen maar sterker vanuit Joodse organisaties. Dit blijft echter vooralsnog echter uit.