Geen sprake van hongersnood in Gaza, stelt rapport

Een nieuw rapport van UK Lawyers for Israel (UKLFI) stelt dat er geen sprake was van een hongersnood in Gaza tijdens de oorlog tussen Israël en Hamas, ondanks beweringen van internationale voedselveiligheidsinstanties. Volgens de analyse van UKLFI zijn de rapporten van deze organisaties gebaseerd op onvolledige of onnauwkeurige gegevens, inconsistente methodologie en mogelijke vooringenomenheid in de interpretatie van de cijfers. Toch werden deze rapporten gebruikt door het Internationaal Strafhof (ICC) als bewijsmateriaal.
Al vanaf het begin van de oorlog publiceerden voedselveiligheidsinstanties zoals de Integrated Food Security Phase Classification (IPC) en het Famine Early Warning Systems Network (FEWS NET) periodieke rapporten waarin zij waarschuwden voor een dreigende hongersnood in Gaza. In maart en november 2024 werden rapporten gepubliceerd waarin werd gesteld dat de situatie in Noord-Gaza kritiek was en dat honderdduizenden mensen zich in de hoogste fase van voedselonzekerheid bevonden.
Toch rezen er vanaf mei 2024 al twijfels over de betrouwbaarheid van deze rapporten. Israëlische academici en gezondheidsdeskundigen wezen erop dat de organisaties geen rekening hielden met cruciale informatie over voedselaanvoer en distributie. De UKLFI-studie, die vorige week werd gepubliceerd, bevestigt deze kritiek en concludeert dat de hongersnoodclassificatie van de IPC niet overeenkomt met hun eigen standaarden.
“Er is geen hongersnood geweest, zoals gedefinieerd door de IPC, in de Gazastrook sinds oktober 2023. Het niveau van acute ondervoeding is slechts marginaal hoger dan vóór de oorlog,” stelt het rapport van UKLFI.
Fouten en misleidende conclusies
Het onderzoek wijst op fouten in de interpretatie van voedselvoorraden, verkeerde classificatie van gegevens en onjuiste basiscijfers over de pre-oorlogse situatie in Gaza. Hierdoor werd het beeld geschetst dat er sprake was van massale hongersnood, terwijl dat volgens UKLFI feitelijk onjuist is.
Zo stelde het maart-rapport van de IPC dat er in Noord-Gaza dagelijks 135 mensen stierven door verhongering. Later bleek dat de sterftecijfers in werkelijkheid veel lager waren. Het rapport bevatte ook geen statistieken over sterfte door ondervoeding, terwijl de IPC normaal gesproken dergelijke gegevens vereist om een hongersnood officieel te classificeren.
Daarnaast bleek dat het aantal mensen met acute ondervoeding verkeerd was weergegeven. Volgens UKLFI werd een onrealistisch laag pre-oorlogscijfer van 1% als uitgangspunt genomen, terwijl andere bronnen aangeven dat het werkelijke percentage 4 procent was. Dit leidde tot de misleidende conclusie dat ondervoeding tijdens de oorlog tien keer hoger zou zijn dan daarvoor.
“Deze fouten hebben geleid tot een overdreven weergave van de voedselonzekerheid in Gaza, wat is gebruikt om de internationale opinie en beleidsbeslissingen te beïnvloeden,” aldus de auteurs van de UKLFI-studie.
Impact op juridische procedures tegen Israël
De claims over hongersnood speelden een cruciale rol in de juridische procedures tegen Israël bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) en het Internationaal Strafhof (ICC). De Zuid-Afrikaanse genocideklacht tegen Israël bij het ICJ citeerde direct uit de IPC-rapporten. Ook ICC-aanklager Karim Khan gebruikte de vermeende hongersnood als een van de kernargumenten om arrestatiebevelen te eisen tegen premier Benjamin Netanyahu en voormalig Defensieminister Yoav Gallant.
“De claims dat 1,1 miljoen mensen in Gaza leden onder ‘catastrofale honger’ waren de hoogste ooit geregistreerd,” verklaarde Khan in mei 2024, toen hij zijn aanvraag voor arrestatiebevelen indiende.
Het UKLFI-rapport betwist deze claims en stelt dat de gebruikte rapporten overhaast waren opgesteld, niet werden aangepast op basis van nieuwe gegevens en belangrijke voedselbronnen negeerden.
Vragen over transparantie en objectiviteit
De auteurs van het UKLFI-rapport roepen op tot meer nauwkeurigheid en objectiviteit in toekomstige voedselveiligheidsbeoordelingen. Ondertussen blijft de rol van internationale organisaties zoals de IPC, FEWS NET en de Wereldvoedselorganisatie (WFP) onder de loep liggen. Volgens critici is er een patroon van overschatting en misrepresentatie in eerdere rapporten over humanitaire crises.
De IPC heeft nog niet gereageerd op de bevindingen van UKLFI. De vraag blijft of de beschuldigingen tegen Israël standhouden, nu het fundament onder de hongersnoodclaims lijkt te wankelen.
Ook op andere gebieden blijkt de situate in Gaza minder schrijnend, zoals het dodenaantal. Vorig jaar stelde het VN-bureau OCHA zijn cijfers over Palestijnse kindersterfte in Gaza fors naar beneden bij. Op 6 mei meldde OCHA meer dan 14.500 dodelijke slachtoffers onder kinderen, maar op 8 mei werd dit aantal herzien naar 7.797. Ook het aantal omgekomen vrouwen werd aangepast, van meer dan 9.500 naar 4.959. De VN gaf aan dat de oorspronkelijke, hogere cijfers afkomstig waren van de Hamas-organisatie GMO in Gaza.