Miljarden aan zorgfraude in Nederland: lucratiever dan cocaïnehandel

De fraude in de zorg loopt de spuigaten uit. Jaarlijks wordt er naar schatting tien miljard euro verduisterd, meer dan de omzet uit de cocaïnehandel. Zorgverzekeraars proberen criminelen aan te pakken, maar lopen vast in een moeras van bureaucratie en beperkte bevoegdheden. Hoe kan het dat fraudeurs ongestoord hun gang kunnen gaan?
Het Openbaar Ministerie schatte vorig jaar dat er jaarlijks tien miljard euro wordt gefraudeerd in de zorg. “Toch krijgt de opsporing nauwelijks prioriteit,” zegt Wim Groot, hoogleraar gezondheidseconomie aan de Universiteit van Maastricht, in gesprek met De Telegraaf. Volgens hem is de politieke onwil groot. “Na de toeslagenaffaire durven politici niet meer hard op te treden uit angst onschuldigen te treffen. Maar ondertussen betaalt iedereen tien procent van de zorgpremie voor niets.”
De verantwoordelijkheid ligt deels bij zorgverzekeraars zelf. Toch benadrukt Petra Wormser, algemeen directeur van Zorgverzekeraars Nederland, dat verzekeraars nauwelijks meer opsporingsbevoegdheden hebben dan gewone burgers. “Wat nu wordt opgespoord, is slechts het topje van de ijsberg,” zegt ze in gesprek met De Telegraaf.
Het grootste probleem is dat verzekeraars fraudeurs juridisch nauwelijks kunnen aanpakken. Linda, specialist Bijzonder Onderzoek bij zorgverzekeraar DSW, legt uit bij De Telegraaf: “Als een fraudeur weigert documenten aan te leveren, staan we machteloos.” Toen DSW de zorgorganisatie confronteerde met een fraudeonderzoek, werd het bedrijf onmiddellijk opgeheven. Het geld was daarmee verdwenen. De eigenaar woonde al jaren niet meer in Nederland en kon niet worden opgespoord. “Zelfs een deurwaarder inschakelen heeft dan geen zin.”
Justitie heeft te weinig capaciteit
Het Openbaar Ministerie en de arbeidsinspectie (NLA) zijn verantwoordelijk voor de opsporing en vervolging van zorgfraude. Maar de capaciteit is beperkt. Jaarlijks worden zo’n zeventig grote fraudezaken aangeleverd, maar slechts twintig zaken worden opgepakt. Dit heeft een ontmoedigende werking en leidt ertoe dat zorgverzekeraars lang niet meer altijd aangifte doen, meldt De Telegraaf.
Zorgminister Fleur Agema erkent bij De Telegraaf dat niet elk signaal van fraude leidt tot een strafrechtelijk onderzoek. Ze benadrukt dat elke zaak afzonderlijk wordt beoordeeld en dat er ook privaat- en bestuursrechtelijke wegen zijn om fraude aan te pakken. Daarnaast zegt Agema bestuurlijke afspraken te maken over beter toezicht in een vroeg stadium.