De togadriehoek bibbert voor halfabete radicalen

Wat is vrijheid van meningsuiting nog waard als een rechter een columnist kan berispen voor wat er niet geschreven staat? De uitspraak tegen de Telegraaf-columnist Nausicaa Marbe naar aanleiding van haar column over Jodenhaat en hamas-invloeden in Nederland, is een nachtmerrie: een schoolvoorbeeld van lawfare, waarin moslims die helemaal niet in dit rechtssysteem geloven, het toch gebruiken om critici monddood te maken. En het loont.
De aanklager in deze zaak? Een moskeekoepel die, zoals bekend, banden heeft met radicale clubs. Maar liefst achttien keer trokken zij op met PGNL, de Palestijnse Gemeenschap Nederland, een koepel van acht Palestijnse organisaties waarvan de eenarmige pro-Hamas-activist Amin Abou Rashed de bekendste vertegenwoordiger is. De details kunt u bij Oom Carel lezen, maar de samenvatting is simpel: anti-Israël-gezinde organisaties met een broertje dood aan onze democratie, trekken naar de rechter omdat ze zich gekrenkt willen voelen. En de rechter zet zich dan gretig in voor een juridische gymnastiek-oefening. Niet omdat er feitelijke onjuistheden staan, maar omdat er tussen de regels door iets zou kunnen worden gelezen, moet de T een verklaring bij de column plaatsen. Opzettelijke misinterpretatie als wapen. En via jurisprudentie de teugels van wat gezegd mag worden, korter aanhalen. Want nu is het hek natuurlijk van de dam, dit smaakt naar meer bij onze snel verongelijkte vrienden van de religie van de vrede, en dit gaan ze vaker (en te vrezen valt: met succes) proberen. Mission accomplished.