Hoogleraar: ‘Vlees en wijn hebben onterecht een slechte naam’

Rode wijn en rood vlees krijgen onterecht een slechte naam. Dat stelt Johan Frostegård, hoogleraar geneeskunde aan het Karolinska Instituut. Volgens hem ontbreekt wetenschappelijk bewijs om vlees of alcohol bij gematigde consumptie als grote boosdoener te bestempelen.
Onlangs presenteerde Zweden nieuwe richtlijnen. Daarin wordt aangeraden om niet meer dan 350 gram rood vlees per week te eten. Idealiter zou je er zelfs helemaal mee stoppen. Frostegård zet vraagtekens bij deze adviezen. “Het begrip ‘rood vlees’ is vreemd,” schrijft hij op het Zweedse medium Kvartal. “Daar valt ook bewerkt vlees onder, zoals worsten. En mensen die veel worst eten, drinken vaak ook meer alcohol. Meestal gaat het om mannen, die gemiddeld korter leven en vaker eenzamer zijn.”
Geen bewijs tegen puur vlees
Volgens Frostegård is er geen overtuigend onderzoek dat puur, onbewerkt vlees linkt aan ernstige ziekten. “De problemen ontstaan pas bij bewerkte producten zoals spek en worst,” legt hij uit. Hij verbaast zich erover dat echte experimenten nauwelijks plaatsvinden, terwijl die technisch goed uitvoerbaar zijn.
Zelf werkte Frostegård mee aan een studie waarin varkens een zogenaamd paleodieet kregen, rijk aan rundvlees. Het resultaat: betere insulinegevoeligheid, lagere bloeddruk en minder ontstekingen. Bovendien wijst hij op de evolutie: mensen zijn omnivoren. “Sinds de twintigste eeuw eten we meer vlees – en leven we langer. Dat strookt niet met het idee dat vlees gevaarlijk is.” Wie vlees wil afschrijven, moet volgens Frostegård verklaren waarom onze levensverwachting juist steeg.
Alcohol: ook een scheef beeld
Dezelfde kritiek heeft hij op het alcoholbeleid. Frostegård erkent dat te veel alcohol schadelijk is. Maar het idee dat álle alcohol in elke hoeveelheid slecht is, noemt hij overtrokken. “Adviezen tegen alcohol zijn net zo gebaseerd op zwakke methodes als die tegen vlees.”
Uit experimenten blijkt volgens hem zelfs dat gematigde consumptie, zoals een paar glazen rode wijn per dag, positieve effecten op de bloedvaten kan hebben.
Ideologie en postmodernisme
Frostegård ziet achter de anti-vlees- en anti-alcoholbewegingen bredere maatschappelijke ontwikkelingen. Hij waarschuwt voor de invloed van postmodernisme en identiteitspolitiek op wetenschap. Zo moeten Zweedse onderzoekers verplicht een ‘genderperspectief’ invullen bij subsidieaanvragen.
Als voorbeeld noemt hij de medische behandeling van kinderen met een onzekere genderidentiteit. Frostegård voorspelt dat het blokkeren van de puberteit bij deze groep later als een ernstige medische vergissing zal worden gezien.
Volgens Frostegård mist de moderne geneeskunde vaak een evolutionair perspectief. “Mensen zijn gebouwd op een dieet mét dierlijke eiwitten en een beperkte hoeveelheid alcohol.” Hij pleit voor meer kritisch denken en minder ideologische dogma’s in de medische wetenschap.