PVV en VVD eisen opheldering over digitale euro: ‘Wat voegt het toe?’

De invoering van de digitale euro stuit op toenemende politieke kritiek. Zowel de PVV als de VVD hebben minister Eelco Heinen van Financiën om tekst en uitleg gevraagd. Zij willen weten waarom deze nieuwe digitale munt nodig zou zijn, nu het Nederlandse betaalsysteem al snel, veilig en breed geaccepteerd is. Volgende week bespreekt minister Heinen het onderwerp met zijn Europese collega’s tijdens de vergadering van de Ecofinraad.
De PVV uit stevige kritiek op het project. Volgens de partij is onduidelijk waarom een digitale euro überhaupt noodzakelijk is. 'Waarom een digitale euro als we iDEAL en andere efficiënte systemen al hebben?', luidt de centrale vraag. Ook de VVD wil garanties dat de digitale munt daadwerkelijk een meerwaarde biedt voor burgers en bedrijven.
Minister Heinen schreef in de agenda van de Ecofinraad dat de digitale euro mogelijk kan bijdragen aan de “strategische autonomie” van de EU. Ook zou een offline versie kunnen dienen als terugvaloptie bij storingen. Maar voor beide coalitiepartijen zijn deze argumenten niet overtuigend genoeg.
De zorgen beperken zich niet tot de vraag of de digitale euro nuttig is. De PVV heeft ook stevige bedenkingen bij de privacy. De partij wil weten hoe wordt voorkomen dat transacties met de digitale euro te herleiden zijn tot individuele burgers. “Welke garanties zijn er dat overheden of derden niet meekijken? En hoe wordt voorkomen dat de euro programmeerbaar wordt?”, vraagt de partij zich af. De angst bestaat dat een digitale munt gebruikt kan worden om betalingen te volgen of zelfs te beperken op basis van politieke of gedragscriteria. Voorstanders zeggen dat dergelijke risico’s uitgesloten kunnen worden, maar concrete waarborgen ontbreken vooralsnog.
De VVD deelt de twijfel. De partij benadrukt dat de toegevoegde waarde van de digitale euro nog niet duidelijk is. “Wanneer krijgen we daar meer informatie over?”, vraagt de fractie aan de minister. Ook wil de VVD weten op welke momenten het parlement nog invloed kan uitoefenen op het besluitvormingsproces.
De Kamer vreest dat Nederland straks moet instemmen met een Europees project waarvan de randvoorwaarden nog onduidelijk zijn.