De Nooijer wees erop dat de inschrijftijd in Oldebroek gemiddeld 15,9 jaar bedraagt. "Dat betekent dat jongeren tot hun dertigste bij hun ouders moeten blijven wonen, terwijl statushouders direct worden gehuisvest," aldus De Nooijer. Hij noemde dat "onrechtvaardige discriminatie van onze eigen mensen" en riep op om de voorrangsregeling in de huisvestingsverordening af te schaffen.

Opvallend was dat De Nooijer tijdens het debat ook de landelijke verhoudingen aanstipte. Zo wees hij erop dat gemeenten sinds 2017 zelf mogen bepalen of zij statushouders voorrang geven. "Het is dus niet waar dat het wettelijk verplicht is," stelde hij. Daarmee corrigeerde hij uitspraken van onder meer de SGP-fractie.

De andere partijen in de raad verdedigden het huidige beleid. Zij wezen op wettelijke taakstellingen en de noodzaak om statushouders, die al een verblijfsstatus hebben gekregen, snel onder te brengen. De VVD stelde dat slechts vijf tot zeven procent van de sociale huurwoningen naar statushouders gaat. De Nooijer sprak dat tegen en verwees naar cijfers waaruit blijkt dat ruim twintig procent van de vrijkomende woningen naar statushouders gaat.

Bijzonder fel was De Nooijer richting de VVD, nadat VVD-raadslid Kemp suggereerde dat jongeren zelf ook actiever moesten zijn bij het vinden van een woning. "Dan heb je echt geen notie van hoe hoog de nood is", reageerde De Nooijer. "Mensen doen alles om aan een woning te komen."

De CVO-fractie pleit al jaren voor afschaffing van de voorrang voor statushouders. Volgens De Nooijer moet het woningbeleid rechtvaardiger en moeten lokale inwoners, zeker jongeren, niet langer achteraan worden gezet. "Ik kan het niet uitleggen aan mijn leeftijdsgenoten. Dit is een van de ergste vormen van lokaal beleid."