EU wil pensioengeld van burgers laten vloeien naar Afrika en Azië

De Europese Commissie stuurt steeds nadrukkelijker aan op het gebruik van pensioengeld voor politieke en economische doelen. Onder leiding van eurocommissaris Wopke Hoekstra ligt er inmiddels een voorstel om miljarden uit Europese pensioenfondsen aan te wenden voor de modernisering van het elektriciteitsnet en de financiering van klimaatplannen. Tegelijkertijd werkt Brussel aan een breder actieplan om pensioengelden ook buiten Europa in te zetten, met name in opkomende economieën.
Het roept vragen op over de rol van pensioenfondsen: zijn zij er in de eerste plaats om een veilig rendement voor gepensioneerden te garanderen, of worden ze in toenemende mate gezien als strategisch instrument voor de Europese beleidsagenda?
Dubbele koers
Aan de ene kant wil de Europese Unie dat pensioenfondsen bijdragen aan de economische ontwikkeling in landen buiten Europa, vooral in Afrika en Azië. Dat zou niet alleen zorgen voor meer mondiale impact, maar ook het groeipotentieel van de fondsen vergroten. Volgens beleidsstukken moeten investeringen in infrastructuur, landbouw, onderwijs en klimaatprojecten in deze opkomende markten worden gestimuleerd. Instellingen als de Wereldbank en Europese ontwikkelingsbanken zouden hierbij als tussenpartij dienen, om risico’s af te dekken en expertise te leveren.
Aan de andere kant ligt er nu ook een plan van de Europese Commissie om juist binnen de EU grote sommen pensioengeld vrij te maken. Hoekstra pleit er expliciet voor dat Nederlandse en Deense pensioenfondsen gaan investeren in de uitbreiding van het stroomnet. De energietransitie stokt volgens hem doordat infrastructuur achterblijft, en pensioenvermogen zou kunnen helpen om projecten van de grond te krijgen.
“Wij hebben voorspelbare en aantrekkelijke plannen nodig, dan komt het geld vanzelf,” aldus Hoekstra in een interview met BNR.
Klimaatpakket van 700 miljard
De oproep van Hoekstra maakt deel uit van een omvangrijk klimaatpakket, dat woensdag werd gepresenteerd door de Europese Commissie. In de nieuwe meerjarenbegroting (2028–2034) is 700 miljard euro gereserveerd voor klimaatmaatregelen, waarvan 410 miljard in een speciaal fonds wordt gestoken voor de vergroening en versterking van de Europese economie. Maar volgens voormalig ECB-president Mario Draghi zijn deze bedragen niet voldoende. Hij schat dat er jaarlijks tot wel 800 miljard euro nodig is om alleen al de energietransitie te bekostigen.
Het betrekken van pensioenfondsen is dus geen vrijblijvende optie, maar wordt steeds nadrukkelijker als noodzakelijke financieringsbron gezien. Die inzet is niet zonder risico. Zo boekte het Nederlandse pensioenfonds ABP de afgelopen jaren aanzienlijke verliezen op zijn groene beleggingen.
Politieke hefboom
Hoekstra’s plan dient ook een politiek doel. Door kapitaalkrachtige fondsen uit welvarende landen mee te laten betalen, hoopt hij sceptische Oost-Europese lidstaten over de streep te trekken voor het nieuwe klimaatdoel: een reductie van 90 procent in CO2-uitstoot in 2040. De inzet van Nederlands pensioengeld moet het draagvlak vergroten.
Maar dit leidt tot een fundamentele vraag: worden pensioenen ingezet voor internationale solidariteit, of is er sprake van een verschuiving waarbij nationale spaargelden een EU-instrument worden?
Savings & Investments Union
Deze zorgen worden versterkt door een eerder voorstel van de Europese Commissie: de Savings & Investments Union (SIU). Dit plan moet spaargeld van burgers actiever laten bijdragen aan economische groei. De SIU wordt gepresenteerd als oplossing voor de lage investeringsgraad in Europa, en is gericht op innovatie, defensie en klimaat. Critici spreken echter van een sluipende inmenging in financiële vrijheden, waarbij Brussel langzaam meer invloed krijgt op nationaal en privévermogen.
De combinatie van SIU, het actieplan voor opkomende economieën en Hoekstra’s klimaatvoorstel roept dan ook vragen op over de grenzen van Brusselse bemoeienis.
Pensioen als pot met geld?
Waar pensioenfondsen van oorsprong bedoeld zijn als waarborg voor de oude dag, lijken ze nu steeds vaker benaderd te worden als strategisch fonds voor maatschappelijke doelen.
Vooral in Nederland ligt de kwestie gevoelig. Nederlandse fondsen beheren gezamenlijk meer dan 1.600 miljard euro aan pensioenkapitaal – veruit het meeste van alle EU-lidstaten. De kans is groot dat juist Nederland de grootste financiële bijdrage moet leveren aan de Brusselse ambities, terwijl het rendement en risico uiteindelijk bij de deelnemers ligt.
Praatmee