BP trekt zich terug uit megaproject voor groene waterstof in Australië

In Australië is een van de grootste hernieuwbare energieplannen ter wereld op losse schroeven komen te staan. Energiegigant BP stapt uit het Australian Renewable Energy Hub (AREH), een megaproject in de Pilbara-regio van West-Australië dat 55 miljard dollar zou kosten en 26 gigawatt aan zonne- en windenergie moest opleveren. Het bedrijf had een meerderheidsbelang van 63 procent, meldt persbureau Reuters.
Volgens BP past het project “niet bij de huidige focus”, al zegt het nog steeds “volledig te geloven in de ontwikkeling”. Voorlopig proberen de overgebleven partners door te gaan, maar wereldwijd vallen soortgelijke groene waterstofplannen bij bosjes.
Grootse plannen, torenhoge kosten
Het AREH begon in 2014 als een ambitieus plan van 6 gigawatt aan wind- en zonne-energie. In de jaren daarna groeide het uit tot 26 gigawatt. Dat zou vijf keer zoveel zijn als de totale capaciteit van het elektriciteitsnet in West-Australië.
In eerste instantie wilden de initiatiefnemers een enorme onderzeese stroomkabel leggen naar Indonesië en Singapore. Toen dat idee sneuvelde, werd het plan om jaarlijks 1,6 miljoen ton groene waterstof en 9 miljoen ton ammoniak te exporteren naar Azië. Daarvoor zouden 1.753 windturbines en bijna 11.000 megawatt aan zonnepanelen worden geplaatst op een terrein van 6.500 vierkante kilometer.
Omdat de Pilbara extreem droog is, moest er zelfs een nieuwe nederzetting komen met een eigen ontziltingsinstallatie. “We moeten meren hebben,” aldus een projectbetrokkene destijds.
Onbetaalbare waterstof
Zelfs met forse subsidies bleek de prijs van groene waterstof moeilijk concurrerend. In juni gaf InterContinental Energy, een van de partners, toe dat de huidige kosten voor productie en levering tussen de 8 en 11 dollar per kilo liggen. Dat is ruim boven de prijs van andere energiebronnen. Het doel is om die prijs te verlagen naar ongeveer 4 dollar per kilo, maar ook dat wordt door deskundigen als onhaalbaar beschouwd.
Miguel Stilwell d’Andrade, topman van het Portugese energiebedrijf EDP, is kritisch: “Groene waterstof was een opgeblazen verwachting die is veranderd in een dal van desillusie.” Hij wijst op het gebrek aan vraag: “Er zijn 400 miljoen euro aan subsidies voor waterstof in Spanje en Portugal, maar we hebben iemand nodig die het koopt.”
Wereldwijde terugtrekking
Niet alleen in Australië hapert de waterstofdroom. In Europa wordt nog maar een vijfde van de geplande waterstofprojecten tegen 2030 gerealiseerd, erkent Jun Sasamura van Westwood Global Energy tegenover Reuters. Het EU-doel is 40 gigawatt aan productiecapaciteit, maar waarschijnlijk blijft het steken rond de 12 gigawatt.
Ook grote investeerders trekken zich terug. De Australische miljardair Andrew ‘Twiggy’ Forrest schrapte onlangs een waterstofproject van 900 miljoen dollar in de Amerikaanse staat Arizona en zette definitief een streep door het miljardendure Gladstone PEM50-project in Queensland.
Politieke en financiële gevolgen
Het mogelijke einde van het AREH betekent ook een klap voor de Australische overheid, die had ingezet op groene export. Naast de subsidies zou het project een 260 kilometer lange hoogspanningsverbinding nodig hebben: de Pilbara Green Link. De kosten daarvan — naar schatting rond de miljard dollar — zouden volledig door de belastingbetaler worden gedragen.
Voor BP markeert het vertrek een duidelijke koerswijziging. Het bedrijf wilde tot voor kort de olieproductie tegen 2030 met 40 procent verlagen, maar draait dat beleid terug. Het richt zich nu weer meer op olie en gas, onder meer door de heropening van velden in Libië.
Praatmee