Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) had geëist dat de vrouw haar plek in het azc per direct zou ontruimen. Volgens de rechter is daar geen grond voor. “Onvoldoende aannemelijk geworden, dat de vrouw het aanbod tot passende huisvesting ten onrechte heeft geweigerd,” luidt het oordeel.

De rechtbank hield ook rekening met de situatie van het gezin. Zonder azc-plek zouden de moeder en haar minderjarige kinderen op straat komen te staan. De vrouw heeft sinds maart 2023 een verblijfsvergunning, maar woont nog altijd in de opvang. Die is officieel bedoeld voor mensen met een lopende asielaanvraag.

Zoon met hersenaandoening
Belangrijk in de zaak is de gezondheid van haar oudste zoon. De 18-jarige jongen volgt onderwijs in Utrecht en kampt met een hersenaandoening die zware hoofdpijn veroorzaakt. Lange bus- en treinreizen verergeren die klachten. Vanuit Bunschoten zou hij dagelijks 160 minuten onderweg zijn.

Een medisch adviesbureau bevestigde dat zo’n reis voor hem te zwaar is. MediFirst concludeerde dat de jongen beter in Utrecht of in de directe omgeving kan wonen. Dat advies woog mee in de uitspraak. 

Geen alternatief in Amersfoort
Het COA stelde dat de jongen ook in Amersfoort naar school kon. Daar zou hij de havo kunnen afmaken en op de fiets kunnen gaan. De rechter wees dat argument van de hand. In Amersfoort is geen schakelklas zoals de jongen die in Utrecht volgt. Na zijn havo wil hij bovendien een mbo-opleiding in Utrecht volgen die daar niet beschikbaar is.

Ook het nieuwe standpunt van het COA – dat de woning in Bunschoten binnen 50 kilometer van de school ligt en daarom geschikt is – vond de rechtbank onvoldoende overtuigend. Dat stond haaks op eerdere argumenten van het COA zelf.

De rechter erkent dat het COA opvangplekken wil vrijmaken om doorstroming te bevorderen. Toch moet dat belang hier wijken voor de omstandigheden van dit gezin. Het COA is veroordeeld tot het betalen van de proceskosten, ruim 1600 euro. Voorlopig kan de moeder met haar kinderen dus in het Utrechtse azc blijven wonen.