EU-ambtenaren verdienen vorstelijk, betalen lage belasting en vallen buiten nationale regels

De Europese Unie telt inmiddels bijna 33.000 ambtenaren. Zij werken verspreid over verschillende instellingen in Brussel, Luxemburg en elders in Europa. Veel van hen ontvangen riante salarissen, royale toeslagen en een eigen belastingregime. Nationale wetten zijn op hen niet van toepassing. Terwijl gewone burgers worstelen met hoge lasten, stijgende zorgpremies en woningnood, leeft de EU-ambtenaar in een aparte wereld – afgeschermd en bevoorrecht.
Volgens het EU Statistics Bulletin werkten op 1 juli 2025 in totaal 32.919 mensen bij de Europese instellingen. De overgrote meerderheid, 22.547 ambtenaren, is gestationeerd in België – met name in Brussel. Italië levert de meeste ambtenaren: 4.622. Daarna volgen Frankrijk (3.299) en België (4.197). Nederland komt met 452 ambtenaren pas op ruime afstand.
De Europese ambtenarij is ingedeeld in drie functiegroepen, meldt Geldzaken: AD (beleidsmedewerkers en juristen), AST (beleidsassistenten en vertaalkrachten) en AST/SC (secretaresses en administratief personeel). De salarissen binnen deze categorieën lopen flink uiteen.
- AD: van € 3.645 tot € 25.229 per maand
- AST: van € 3.645 tot € 12.531 per maand
- AST/SC: van € 3.196 tot € 6.705 per maand
Wie kinderen heeft of verhuist voor het werk, kan rekenen op forse extra’s. Zo krijgen ambtenaren:
- € 234,18 per maand als kostwinner
- € 511,71 per kind
- € 347,20 schooltoeslag per kind
Daarnaast bouwen EU-ambtenaren pensioen op binnen een apart stelsel, zonder dat ze meebetalen aan nationale sociale zekerheid. Hun ziektekostenverzekering is ook volledig Europees geregeld. Op hun inkomen zijn dus geen Nederlandse, Franse of Italiaanse premies van toepassing. EU-ambtenaren betalen geen inkomstenbelasting in hun thuisland. Ze vallen onder een intern belastingstelsel van de EU zelf. Deze interne heffing is progressief: van circa 8 procent tot maximaal 45 procent. In werkelijkheid ligt de belastingdruk voor de meeste medewerkers echter tussen de 12 en 25 procent van het bruto inkomen.
In veel gevallen houden EU-ambtenaren daardoor netto meer over dan collega’s met vergelijkbare functies in nationale overheden, waar het belastingtarief vaak tot boven de 40 procent oploopt. De EU houdt bij de salarissen ook rekening met het prijsniveau van het land waar een ambtenaar werkt. Dat gebeurt via zogeheten “aanpassingscoëfficiënten”. Zo ontvangen ambtenaren in Nederland 11,4 procent bovenop hun basissalaris, vanwege de hogere kosten van levensonderhoud. In Ierland bedraagt de toeslag zelfs 30,7 procent. In Bulgarije is de coëfficiënt slechts 64,7, waardoor het salaris daar fors lager uitvalt.
Praatmee