Geen toekomst zonder waardering voor onze prachtige geschiedenis!

Nederland is een fantastisch land met een geweldige geschiedenis. Een geschiedenis die grootsheid ademt. Een geschiedenis van cultuur, identiteit en beschaving. Een geschiedenis die daarom niets meer dan trots en bovenal waardering verdient. Het is om exact die reden zo buitengewoon pijnlijk om de huidige staat van ons land te vergelijken met alles wat we ooit waren en zijn geweest. Het is om exact die reden zo buitengewoon pijnlijk dat onze grootse geschiedenis besmeurd, beschimpt en bespot wordt. En ik ben er diep van overtuigd dat er geen toekomst is zonder waardering voor die prachtige geschiedenis.
Om op dat punt (terug) te komen, is het interessant om te kijken waar die onwijze zelfhaat, dat schuldgevoel over onze grootse daden uit het verleden, die weg-met-ons-mentaliteit, nu precies vandaan komt. Wie terugkijkt en de juiste lijnen volgt, komt dan onvermijdelijk uit bij de Frankfurter Schule en daarmee bij het cultuurmarxisme. Dat vandaag de dag trots op het heldhaftige verzet tegen de Spaanse tiran, de glorieuze daden van de VOC en het veroveren van de Zilvervloot door Piet Hein haast verboden is, is geen toevalligheid. Geschiedenis verbindt. Maakt sterk. Maakt trots. Genereert een gevoel van een gedeelde betekenis. Een gedeelde vaderlandsliefde. Geeft een generatie het gevoel zélf het volgende hoofdstuk te zijn in een eeuwenoude traditie van grootsheid. En precies dát is wat volgens de Frankfurters kapot moest. De eeuwig onderdrukte arbeider kon nooit zijn daadwerkelijke lotsbestemming - de communistische heilstaat - bereiken, wanneer vlag, volk en vaderland hem bleven onderdrukken en ervan weerhielden zijn ware aard en belang te zien. Daarom moest en moet geschiedenis, en dan het warme en trotse gevoel daarbij, kapot.
Het is ze met succes gelukt. Wie vandaag de dag praat over de geweldige Nederlandse invloeden wereldwijd als gevolg van ons koloniale verleden, de grootsheid van historische figuren als Maarten Tromp en Jan Pieterszoon Coen benadrukt of hunkert naar dezelfde dapperheid, onbevangenheid, avontuurlijkheid, actiebereidheid en expansiedrift die we toen hadden - en zeker weten nog steeds in ons hebben - wordt afgemaakt, gecanceld en met de nek aangekeken. We moeten namelijk schuld hebben, schaamte voelen en sorry zeggen. No way. Het wordt weer tijd dat we als Nederlanders, als volk en natie, onze wortels hervinden en weer kracht en zelfvertrouwen gaan putten uit de heldendaden van onze voorvaderen.
En niet alleen zodat we die verbinding, kracht, trots en gedeelde vaderlandsliefde weer terugvinden. Ook, en misschien nog wel meer, omdat we zonder te leren van onze geschiedenis de problemen van vandaag niet kunnen oplossen. Want de gelijkenissen zijn niet te onderschatten. In de Tachtigjarige Oorlog vochten we ons vrij van de dwingelandij van de adel. We vochten tegen de onderdrukking van de Spaanse landsheer. Wat de Spanjaarden betreft moesten de Nederlanden namelijk leven naar het beeld van de samenleving dat zij zelf voor ogen hadden. Dat de Nederlanden daar andere ideeën over hadden, werd gezien als gevaar, als ondermijning, als ketterij. Hoe anders is dat vandaag de dag? Niet. Anno 2025 heeft Nederland bijna niets meer te zeggen in eigen land. Wij moeten leven volgens de maatstaven en kaders die de EU en internationale verdragen ons opleggen. Pleiten voor een Nexit en uittreding uit die verdragen wordt nu als gevaar en ondermijning gezien. Misschien zelfs wel als moderne ketterij. We worden - opnieuw - bestuurd door een tiran op honderden kilometers afstand. Nu vanuit Brussel, toen vanuit Madrid. En net als toen moeten we ons daaraan onttrekken.
En daarom moeten we ons, net als toen, verenigen. Destijds deden we dat door de Pacificatie van Gent, een eerste moment van nationale eenheid, en iets later met de Unie van Utrecht, het moment dat men zei: wij beslissen zélf over ons gebied. Zie de parallel met nu. We móéten ons verenigen. Destijds als gewesten. Vandaag als boeren, ondernemers, leraren, studenten, jongeren en ouderen. Als patriotten. Als Nederlanders. Het is nog niet te laat, maar het keerpunt is nu.
Wij zijn het volk dat de Spaanse tiran trotseerde. Het volk dat met de Unie van Utrecht zijn zelfbeschikking opeiste. Het volk dat met het Plakkaat van Verlatinghe als eersten ter wereld zijn vorst afzwoer. Het volk dat de wereldzeeën overheerste, de Zilvervloot veroverde en de Engelsen vernederde bij Chatham. Het volk dat stormen, oorlogen en rampen trotseerde, maar telkens weer opstond. Het volk van Rembrandt en De Ruyter, van Willem van Oranje en Willem III. Het volk dat zijn vrijheid niet kreeg, maar veroverde. En datzelfde volk, wij dus, moet dat nu opnieuw doen. Eerder werd die strijd gevoerd op land of op zee. Vandaag in een vergaderzaal of politieke arena, maar ook bij uitstek op scholen, universiteiten, in de media, in rechtbanken en binnen andere instituties.
Wat dat betreft hebben we een nieuwe tocht te maken. Een tocht om ons land te heroveren. Zoals Michiel de Ruyter met zijn vloot in 1667 de Engelse oorlogshaven in Chatham binnenvoer en hen slachtoffer van een schoolvoorbeeld Nederlandse bravoure maakte, zo moeten wij nu de bastions van bureaucratie en ideologie binnenvaren. Niet om te vernietigen, maar om te heroveren. Niet om te plunderen, maar om te bevrijden. Laat de Tocht naar Chatham een inspiratiebron zijn voor onze eigen tocht: onze mars door de instituties. Een plicht naar onze voorvaderen. Wij moeten het volk en de generatie zijn die onze vrijheid herwon. Het volk dat zijn geschiedenis weer ging waarderen. De generatie die zijn land terugpakte. Laten we vandaag beginnen, want we hebben geen tijd te verliezen. We zijn het verplicht aan ons prachtige Nederland.