Franse overheid trekt perslicentie in van rechts satireblad

De Franse overheid heeft het rechtse satirische tijdschrift La Furia zijn perslicentie ontnomen. Daarmee verliest het blad niet alleen zijn officiële status als erkende perspublicatie, maar ook de verplichte aanwezigheid in kiosken en de voordelen voor distributie en posttarieven. Volgens critici is dit een nieuwe stap in een bredere overheidsaanpak tegen mediakanalen met een rechts geluid.
De intrekking komt kort na de beslissing om de conservatieve nieuwszender CNews zijn uitzendlicentie te ontnemen. Nu is het de beurt aan La Furia, een blad dat bekendstaat om zijn scherpe, provocerende toon. Het werd in 2022 opgericht door essayist Laurent Obertone, YouTuber Papacito, cartoonist Marsault en uitgever Laura Magné.
Het viertal wilde een alternatief bieden voor de Franse mainstreammedia en schuwde controverses niet. De toon van het blad leverde regelmatig klachten op van linkse organisaties, maar tot nu toe werden alle aangiftes afgewezen.
Intrekking na klachten van activisten
De organisatie SOS Racisme en de lhbti-beweging SOS Homophobie dienden een klacht in bij de overheidscommissie CPPAP, die beslist over officiële erkenningen van mediabedrijven. Kort daarna werd La Furia zijn accreditatie ontnomen. De commissie vond dat de inhoud “aanstootgevend” kon zijn of “een overtreding zou kunnen vormen” en dat het blad daarom niet langer voldeed aan het criterium van “publiek belang”.
Volgens hoofdredacteur Obertone gebeurde dat zonder overleg of waarschuwing. “Een totaal ongekende beslissing,” schreef hij in een opiniestuk in Le Journal du Dimanche. “In het midden van de zomer. Zonder enig debat, zonder de minste waarschuwing.”
La Furia ontving geen overheidssubsidies en wordt volledig gefinancierd door zijn lezers. Toch heeft de maatregel grote gevolgen. Zonder de verplichting voor verkooppunten om het blad aan te bieden, dreigt het te verdwijnen uit het straatbeeld. “Zelfs als we dankzij de opmerkelijke mobilisatie van onze lezers blijven bestaan, zullen we onder druk van waakzame informanten geleidelijk uit de publieke ruimte verdwijnen,” waarschuwt Obertone. “We zullen verdwijnen uit het landschap en worden teruggedrongen naar de clandestiniteit.”
Oude tijden herleven
Volgens Obertone doet de situatie denken aan vroegere tijden waarin verboden kranten in het buitenland werden gedrukt en onder de toonbank verspreid. “De persvrijheid is zogenaamd gewaarborgd door wetten uit de Derde Republiek, maar verdwijnt langzaam,” zei hij.
De CPPAP stelt dat zij geen gerechtelijke uitspraak hoeft af te wachten om actie te ondernemen. Toch verwijt Obertone de commissie dat zij handelt “op basis van een overtreding die alleen de rechtbank kan vaststellen, maar nooit heeft gedaan.”
Censuurklimaat in Frankrijk
Ook andere rechtse journalisten spreken van een zorgwekkende ontwikkeling. Erik Tegnér, hoofdredacteur van het conservatieve onderzoeksblad Frontières, zegt dat er een “klimaat van censuur” heerst. Hij beweert zelf slachtoffer te zijn van aanvallen en juridische procedures, terwijl sommige linkse politici oproepen om ook zijn blad de persstatus te ontnemen.
Volgens Tegnér en Obertone is er sprake van een gecoördineerde campagne van overheidswege, waarin linkse activistische organisaties een rol spelen. Deze groepen maken deel uit van een officieel samenwerkingsverband dat door de Franse regering werd opgericht om zogenoemde ‘haatspraak’ op te sporen.
“Een oorlog van uitputting”
Obertone verwacht dat La Furia uiteindelijk gelijk zal krijgen, maar vreest dat het te laat zal zijn. “Natuurlijk zal gerechtigheid uiteindelijk zegevieren. Over twee jaar. Genoeg tijd om tien keer te sterven,” zei hij fel.
Ondertussen gaat de overheid volgens hem door met het financieren van “waarheidsministers” die jagen op “schokkende” meningen. Een ironische situatie, aldus Obertone, “in het land van Charlie Hebdo — maar ook van recordhoge overheidstekorten.”























































