Hoogleraar: ‘Stikstofbeleid is onwetenschappelijk en niet verdedigbaar’

Het Nederlandse stikstofbeleid rust op een gebrekkige wetenschappelijke basis. Dat concludeert hoogleraar waarschijnlijkheidsrekening Ronald Meester van de Vrije Universiteit Amsterdam in een nieuw rapport, opgesteld in opdracht van staatssecretaris Jean Rummenie. Volgens de hoogleraar is het huidige systeem niet houdbaar, vertelt hij bij het radioprogramma Op z'n Kop!.
In zijn rapport stelt Meester dat het stikstofbeleid niet kan leunen op wiskundige modellen die grote onzekerheden bevatten. Hij schrijft dat de gebruikte methodes onvoldoende wetenschappelijke grond hebben om beleid op te baseren.
Volgens Meester is het stikstofbeleid “onwetenschappelijk, ondeugdelijk en dus niet verdedigbaar”. Hij vindt dat Nederland moet stoppen met het beleid op basis van rekenmodellen. “We moeten uit deze modellenwerkelijkheid stappen,” zegt hij.
De hoogleraar verwijst onder meer naar het gebruik van de kritische depositiewaarde (KDW), een grenswaarde die bepaalt hoeveel stikstof de natuur zou kunnen verdragen. Die maatstaf noemt hij onbetrouwbaar, omdat deze niet met zekerheid te berekenen is.
Reactie van staatssecretaris Rummenie
Staatssecretaris Jean Rummenie zegt bij Op z'n Kop! blij te zijn met het onderzoek. Volgens hem is het stikstofdossier vastgelopen op een te smalle wetenschappelijke basis. “Nederland heeft dit zichzelf aangedaan,” zegt Rummenie.
Hij verwijst naar eerdere waarschuwingen van deskundigen: “Na drie staatscommissies die waarschuwden om stikstof niet als enige drukfactor te gebruiken, besloot Rutte III in 2020 dat tóch te doen. Daar zitten we nu mee.”
Volgens Rummenie moet het beleid breder worden: “We proberen de natuur te verbeteren met alleen stikstofbeleid. Ondertussen hebben we ook te maken met waterhuishouding, bodemkwaliteit en exoten. Dat zijn allemaal communicerende vaten. Alleen sturen op stikstof werkt niet.”
De staatssecretaris zegt dat zijn ministerie werkt aan een alternatief. “We sturen niet alleen meer op stikstof, maar op alle drukfactoren die relevant zijn. Maar dat kost tijd. Een nieuw systeem bouwen doe je niet in elf maanden.”
Wetenschappelijke druk en weerstand
Volgens Meester ervaren sommige onderzoekers druk binnen het stikstofdossier. “Sommige onderzoekers schrijven hun conclusies zo op dat ze weten dat rechters die zullen accepteren, ook als ze er wetenschappelijk niet achter staan. Daar zou een wetenschapper zich niet toe moeten laten verleiden,” zegt hij.
Hij vertelt dat hij aanvankelijk stuitte op weerstand. “De Ecologische Autoriteit wilde aanvankelijk niet met mij in gesprek. Dat vond ik opmerkelijk,” zegt Meester. Later kwam dat gesprek alsnog tot stand, “dat uiteindelijk heel zinvol bleek”.
Toekomst van het beleid
Volgens Rummenie is het beleid aan vernieuwing toe. “Er is bij sommigen heel veel gehechtheid aan het Aerius-model,” zegt hij. “Zodra je een andere weg wilt kiezen, word je weggezet als een stikstofontkenner.”
De staatssecretaris wil af van dat denken. “Ik wil juist de natuur verbeteren, alleen met beleid dat werkt,” zegt hij.
Rummenie concludeert dat Nederland een nieuwe koers nodig heeft. “We moeten echt afscheid nemen van deze stikstofonzin. Het vermoordt de Nederlandse economie en het is geen goed natuurbeleid.”
Of de plannen doorgaan, hangt af van de politieke situatie. Toch zegt hij vastberaden: “Ik weet welke kant ik op wil. Uiteindelijk moet Nederland van het stikstofslot af, met beleid dat wetenschappelijk klopt én de natuur echt helpt.”





















































