Rechter fluit COA terug: asielgezin met vier kinderen mag in opvang blijven

De rechtbank in Rotterdam heeft het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) teruggefloten in een zaak tegen een asielgezin uit ’s-Gravendeel. Het COA wilde het gezin, bestaande uit vader, moeder en vier minderjarige kinderen, uit het opvangcentrum zetten. De rechter oordeelde echter dat het belang van de kinderen zwaarder weegt dan het argument van het COA, meldt het AD in een rechtbankverslag.
De gemeente had het gezin een passende woning aangeboden. De ouders weigerden dat aanbod, waarop het COA besloot hun recht op verblijf in het asielzoekerscentrum te beëindigen. Toen het gezin vervolgens weigerde te vertrekken, stapte het COA naar de rechter.
Volgens de ouders berustte de weigering echter op een misverstand. Zij wilden de woning wel accepteren, maar niet instemmen met de eis om de inboedel van de vorige bewoners over te nemen voor 750 euro. Dat bedrag konden ze volgens eigen zeggen niet betalen. De rechter stelde dat de ouders “geen verstandige keuze” hadden gemaakt door niet akkoord te gaan met de voorwaarde, maar vond dat hun kinderen niet de dupe mogen worden van die beslissing.
“Zeer ingrijpende negatieve gevolgen”
In het vonnis schrijft de rechtbank dat een uitzetting “zeer ingrijpende negatieve gevolgen” zou hebben voor de vier minderjarige kinderen. Zij zouden plotseling zonder vaste verblijfplaats komen te zitten.
Daarnaast spelen gezondheidsproblemen een rol. Een van de ouders en enkele kinderen lijden aan astma, waardoor een onmiddellijke verhuizing volgens de rechter medisch onverantwoord is.
Bovendien bleek tijdens de zitting dat er onduidelijkheid bestond over de voorwaarden van de woning. Het was niet helder of het gezin verplicht was de inboedel daadwerkelijk over te nemen. De rechter besloot daarom dat het gezin voorlopig in het asielzoekerscentrum mag blijven wonen. Het COA moet bovendien de proceskosten van 509 euro vergoeden. De woning die eerder aan het gezin werd aangeboden, is inmiddels toegewezen aan een ander gezin. Daarmee is het oorspronkelijke geschil feitelijk van tafel, al blijft het afwachten of de bodemrechter later alsnog zal bepalen dat het gezin het opvangcentrum moet verlaten.



















































