Twee weken geleden bracht koningin Máxima een bezoek aan het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in de Amerikaanse hoofdstad Washington D.C. Hier hield zij als pleitbezorger van de Verenigde Naties een toespraak over 'central bank digital currency' (CBDC), oftewel digitaal geld. Onder het CBDC valt ook de digitale euro waarmee de Europese Centrale Bank en De Nederlandsche Bank nu bezig zijn.
In haar toespraak zei Máxima dat er veel voordelen zitten aan digitaal geld, zoals meer transparantie van alle transacties. Ook stelde zij dat financiële diensten veel toegankelijker worden voor ook arme mensen in de wereld, doordat de transacties niet meer via de commerciële banken gaan, maar direct via de centrale bank. Toch noemde Máxima ook nadelen van digitaal geld: risico's omtrent cyberbeveiliging en dataprivacy. Ze besloot: "Door partners samen te brengen kunnen we meer kennis opdoen over het balanceren van van ontwerpkeuzes tussen privacybescherming en transparantie."
Toch kwam Máxima's pleidooi al gauw op grote kritiek te staan. Zo vond financieel journalist Arno Wellens dat Máxima uitspraken deed waartoe zij helemaal niet bevoegd was. Volgens hem pleitte zij als 'ongekozen functionaris' voor 'macht bij centrale banken, zonder parlementaire verantwoording'. Daarom noemde hij haar toespraak 'een ernstige aantasting van de democratie'.
Kamervragen na toespraak bij IMF
Ook JA21-Kamerlid Derk Jan Eppink is weinig enthousiast. 'Wat mij betreft hebben de leden van het Koninklijk Huis veel ruimte om zich te oriënteren en te informeren. Maar het promoten van opinies en plannen is een stap verder. [...] Waar ligt staatsrechtelijk de grens?' schrijft hij afgelopen woensdag. Eppink heeft Kamervragen ingediend, gericht aan premier Rutte. Hij wil ondermeer weten wat de 'staatsrechtelijke contouren' zijn waarin leden van het Koningshuis politieke uitspraken mogen doen.
Ook FVD-Kamerlid Pepijn van Houwelingen heeft Kamervragen ingediend. Hij stelt dat het uitgeven van digitaal geld 'omstreden' is. De toespraak van Máxima vindt hij daarom eveneens 'omstreden'. Van premier Rutte wil hij weten: 'Bent u het ermee eens dat politiek omstreden uitspraken van Leden van het Koninklijk Huis zich niet goed verhouden met de grondwettelijke rol van de Koning in ons staatsbestel?'
Daarnaast wil Eppink dat Rutte en het kabinet kleur gaan bekennen over digitaal geld. Zo wil Eppink van Rutte weten wat het standpunt is van het kabinet omtrent digitaal geld. Ook wil Eppink weten of de digitale euro geen opstapje zal zijn naar het uitfaseren van contant geld. Tot slot wil de JA21'er dat de betaalmogelijkheid van contant geld grondwettelijk wordt vastgelegd.