Stefan Bleekrode over moderne kunst: “Schoonheid is daar als vloeken in de kerk”

Kunstenaars hebben het dezer dagen goed voor elkaar. Ooit waren het de paria’s van de samenleving, maar tegenwoordig staan ze in het maatschappelijke middelpunt. De kenmerkende geldnood is opgelost dankzij gulle (overheids-)subsidies en cultuurfondsen. Veel kunstenaars treffen elkaar op de kunstacademie; er zijn regelmatig tentoonstellingen in musea. Maar dit staat in schril contrast tot het grote publiek, dat vaak juist felle kritiek heeft op moderne kunst. Zij vinden dat het geen schoonheid biedt en te politiek gericht is. Heeft het grote publiek een punt? Zijn kunstenaars gaan heulen met ‘de macht’? NieuwRechts vraagt het aan kunstenaar Stefan Bleekrode. Dit is deel één van de vijfdelige serie.
In de hedendaagse kunstwereld lijkt er een grote paradox te zijn. Kunstenaars zien zichzelf vaak als rebels of baanbrekend, terwijl ze dit vaak niet zijn. Ze zeggen taboes te doorbreken, terwijl dit vaak allang geen taboe meer zijn. Ondertussen maken ze vaak gebruik van subsidies en financieringsmogelijkheden zonder dat ze werk verkopen. Hoe is dit grote verschil te verklaren tussen hoe zij zichzelf zien, en hoe de buitenwereld naar hen kijkt?