Het Mauritshuis, het Rijksmuseum, het Concertgebouw, het Groninger Museum, het Drents Museum, en onderzoeksinstelling Naturalis: allemaal willen ze af van hun banden met fossiele bedrijven zoals Shell en ExxonMobil. Sommige voelen zich onder druk gezet door hun bezoekers en door actievoerders van clubs als Extinciton Rebellion en Just Stop Oil, die meermaals hebben geprotesteerd in musea.
Maar in werkelijkheid blijkt het lang niet altijd makkelijk om de fossiele sponsors de deur te wijzen, meldt Financieel Dagblad. Uit hun verslag blijkt bovendien dat er veel interne discussie is bij instellingen over de koers. Ethisch verantwoord willen zijn is één ding, maar als het kostenplaatje hiervoor groot is, kan er toch aarzeling komen.
'Gaan we dan ook stoppen met het organiseren van grote tentoonstellingen waarvoor objecten uit het buitenland worden ingevlogen?' vraagt museumdirecteur Harry Tupan zich hardop af bij FD. Tentoonstellingen over lokale kunst kunnen in het begin leuk zijn, erkent hij, maar na een aantal keer 'is hij wel klaar'. 'Het gaat ook om ons bestaansrecht,' vreest hij voor zijn museum.
'Cultureel ondernemerschap heeft zijn prijs en zijn grens,' erkent onderzoeker Renée Steenbergen bij FD.
Bovendien wijst zij erop dat veel medewerkers, ondanks de duurzame doelstellingen, zelf veel blijven vliegen. 'Waar blijven de climate officers van de grote musea die het eigen beleid tegen het licht houden?' wil ze weten.