Donderdag vond er een debat over persvrijheid en -veiligheid plaats in de Tweede Kamer. Onderwerp van gesprek was de vele bedreigingen aan het adres van journalisten, soms zelfs aangewakkerd door politici.
Ook D66'er Sjoerdsma heeft spreektijd. Hij hekelt bepaalde uitspraken die werden gedaan door politici van PVV en FVD, die volgens hem zouden "haatzaaiende richting journalisten".
Sidney Smeets
Maar PVV-Kamerlid Martin Bosma snelt dan naar de interruptiemicrofoon. Volgens hem heeft D66 boter op zijn hoofd, omdat ook voormalig D66-Kamerlid Sidney Smeets zich hieraan schuldig hebben gemaakt. Hij verwijst naar een tweet van Smeets op 18 mei, waarin hij De Telegraaf-journalist Wierd Duk associeerde met het nazisme.
Volgens Bosma was dit "een oproep om zo iemand dood te maken". Daarom wil hij weten: "Betreft de oproep van de heer Sjoerdsma om te stoppen met het bedreigen van journalisten ook zijn partijgenoten?"
Hierop reageert Sjoerdsma dat "mijn oproep ons allen betreft". Hieraan voegt hij toe: "We schieten allemaal weleens snel uit de slof en we maken allemaal weleens een fout."
Mogelijk komt Smeets binnenkort weer in de Tweede Kamer, omdat D66'er Paul van Meenen over twee weken vertrekt naar de Eerste Kamer. Sjoerdsma suggereert echter dat het bij Smeets ging om een incidentele aantijging richting een journalist. Hiertegenover plaatst hij PVV-leider Geert Wilders, die zich volgens hem schuldig zou maken aan "structurele aantijgingen".
Als voorbeeld neemt Sjoerdsma een uitspraak van Wilders dat veel journalisten "tuig van de richel" zouden zijn. "Dat schept een klimaat waarin haat en bedreigingen kunnen groeien," vindt Sjoerdsma.
'Uitgemaakt voor nazi's'
Dan snelt ook BBB-leider Caroline van der Plas naar de interruptiemicrofoon. Zij vindt Sjoerdsma's distantiëring niet genoeg: "Journalisten zoals Wierd Duk, en ook Marianne Zwagerman worden structureel en stelselmatig via sociale media neergezet als of zelfs letterlijk uitgemaakt voor nazi's, fascisten en extreemrechts. Dat gebeurt wel degelijk door partijgenoten van de heer Sjoerdsma."
Daarom wil zij weten van Sjoerdsma: "Wat doet de fractie van D66 tegen de eigen leden - mensen hebben bijvoorbeeld ook vaak D66 in hun bio staan - om die haatzaaierij tegen journalisten die gewoon een andere mening hebben dan deze mensen, tegen te gaan?"
Hierop reageert Sjoerdsma: "Ik kan niet praten voor D66-leden. Ik praat voor de partij D66 en voor mijn fractie. En vanuit mijn fractie zult u dat soort geluiden niet zien, niet horen en niet vernemen, mevrouw Van der Plas. Wij nemen afstand van iedereen in Nederland die journalisten bedreigt, intimideert of op een andere manier in een situatie plaatst waaruit haat kan voortkomen. Maar als u uitspraken van mensen die niet behoren tot mijn partij of toevallig op een partijbijeenkomst zijn geweest op mijn partij plakt, dan neem ik daar ver afstand van."
Als Van der Plas vraagt of hij al eens eerder expliciet afstand heeft genomen van de bedreigden aan het adres van Duk en Zwagerman, wil Sjoerdsma hierop niet ingaan.