Het onderzoek naar Arib werd eind september 2022 door het Presidium van de Tweede Kamer goedgekeurd onder de nieuwe Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66). Er was vooraf niet gesproken met Arib door het bestuur van de Kamer. Arib werd pas bekend met het onderzoek door de media. Arib sprak van een 'politieke afrekening' door Bergkamp.
Omdat Hoffmann vaker onderzoek doet naar ongewenst gedrag op de werkvloer heeft het bureau het ‘Onderzoeksprotocol voor onderzoeken naar ongewenst gedrag op de werkvloer’ ontwikkeld. FollowTheMoney wist dit in bezit te krijgen. Beklaagden horen ook het protocol te krijgen.
Het recht op hoor en wederhoor van Arib blijkt te worden geschonden. Arib kreeg maandenlang geen inzage in de anonieme klachten die hadden geleid tot het onderzoek en ze ontving niet eens het onderzoeksprotocol terwijl ze hier dus wel recht op had. Pas nadat haar advocaat ingreep was het bureau bereid om Arib inzage in de documenten te geven. Dit moest echter strikt vertrouwelijk zijn. FTM zegt dat ze het protocol niet van Arib hebben gekregen en dat ze niet zeker kunnen weten of deze versie daadwerkelijk gebruikt wordt bij het onderzoek naar Arib.
Het protocol benadrukt specifiek de rechten van de beklaagde:
'Volgens het hoor wederhoorprincipe krijgt de beklaagde de gelegenheid om de bevindingen van de onderzoeker over de onderzoeksvragen te weerspreken, corrigeren of ontkrachten op een wijze die de onderzoeker kan betrekken bij de opbrengsten van het onderzoek en de rapportage daarover. De beklaagde moet daarvoor kennis kunnen nemen van alle gegevens (verklaringen, documenten, andere gegevens) die aan die bevindingen ten grondslag liggen. De onderzoeker moet hiertoe uit de gegevens en de informatie die hij vergaart de voor wederhoor van de beklaagde relevante delen selecteren en die laten inzien.’
FTM zegt echter dat de drie hoogleraren die als ‘gedelegeerd opdrachtgevers’ voor de communicatie met Hoffmann zijn aangesteld een tijd lang geweigerd hebben Arib inzage te geven in de anonieme brieven waarin ze beschuldigd wordt. De penvoerder, hoogleraar bestuurskunde Mirko Noordegraaf (Universiteit Utrecht) en Hoffmann zouden pas na vijf maanden Arib degelijk geïnformeerd hebben over het onderzoek. Ze werd er daarvoor louter mondeling over verteld. De landsadvocaat had voor het begin van het onderzoek benadrukt dat Arib degelijk geïnformeerd moest worden.
De offerte van Hoffmann van 19 oktober werd door druk van de Tweede Kamer eind vorig jaar openbaar gemaakt. Deze zei dat het onderzoek 'enkele maanden' zou duren. In de offerte wordt het volgende beschreven over het informeren van Arib:
'Zoals met u [de opdrachtgever, red.] besproken, betekent dit onder andere dat wij de verplichting hebben onderzochte personen binnen een redelijke termijn te informeren dat wij hun persoonsgegevens hebben verwerkt, in opdracht van wie, en met welk doel. [..]
Desalniettemin stellen wij voor dat Hoffmann, direct na gunning van de opdracht [19 oktober 2022, red.], betrokkene hier schriftelijk over informeert, waarin tevens in dit schrijven kan worden aangegeven dat Hoffmann de persoonsgegevens van betrokkenen verwerkt. Hiermee voldoet Hoffmann direct aan de eerdergenoemde verplichting de onderzochte persoon te informeren.’
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) ter bescherming van de privacy vormt de basis voor deze verplichting. Verder dienen particuliere recherchebureau de ‘Gedragscode sector particuliere onderzoeksbureaus’ na te volgen, die door de minister van Justitie bindend voor de sector is verklaard vanaf februari 2022. In de gedragscode staat onder andere dat een recherchebureau verplicht is ‘uiterlijk binnen één maand na de verkrijging van de persoonsgegevens’ de betrokkene hierover te informeren. Hoffmann heeft echter pas vijf maanden na de start van het onderzoek zich voor het eerst gemeld.
In de gedragscode staat ook dat het onderzoeksbureau voorafgaand aan het onderzoek de beklaagde moet informeren wat bij Arib dus maandenlang niet gebeurd is:
‘De onderzochte persoon wordt dan in algemene bewoordingen medegedeeld wat de aard van het onderzoek is waaraan hij is onderworpen, wat daarvan de reden is en wie als opdrachtgever fungeert.’
Hoffmann weigert op vragen van FTM in te gaan. Hoffmann zegt wel dat de stelling van FTM dat het haar eigen regels niet volgt onjuist is, maar legt niet uit waarom.
Door het onderzoek en vanwege gebrek aan steun uit haar partij nam Arib eind vorig jaar ontslag uit de Tweede Kamer. Arib werd kort voor het onderzoek benoemd tot voorzitter van de Tijdelijke commissie Corona, maar nadat het onderzoek bekend werd legde ze die functie neer. De Tijdelijke commissie moest de corona-enquête voorbereiden. De enquête is recent echter gestaakt.